MALTHE RYGE – Zeewolf wordt vaak in verband gebracht met populaire visbestemmingen in Noord-Noorwegen. Veel dichterbij zijn ze echter ook te vinden. Malthe Ryge Petersen stapt na de kennismaking met het heekvissen (zie vorige editie) in het noordwesten van Denemarken opnieuw aan boord van charter MS Bodil, voor een tweedaagse trip op zoek naar de zeewolf van de noordelijke Noordzee.
Keuzestress, zo zou ik de vroege zomer kunnen samenvatten als het over vissen gaat. Met een sterker wordende zon en een stijgende watertemperatuur ontwaken veel vissen. Zo begint de riviervisserij op zeeforel, proberen grote snoeken weer op gewicht te komen, ontwaken karpers uit hun winterslaap en is de baars in topconditie. En ook op het zoute water is er genoeg keuze; het is de toptijd voor leng en zeewolf op Noordzeewrakken. Ik hoefde dan ook niet lang na te denken toen ik een uitnodiging kreeg voor een tweedaagse zeewolftrip met de MS Bodil.
Pollak en kabeljauw
De aankomst in de haven van Thyborøn is aangenaam. Met een prachtige zonsondergang aan de horizon laden we onze spullen in en groeten we onze medevissers, een mix van nieuwe gezichten en oude bekenden.
De afvaart van zo’n meerdaagse trip is totaal anders dan de gespannen sfeer die soms heerst als je binnen een paar uur klaar moet staan om te vissen. Nu hebben we tijd voor een paar biertjes en delen we sterke verhalen met onze reisgenoten. De rest van de reis maak ik niet meer met open ogen mee. Pas de volgende ochtend komen we aan op de eerste van een groepje wrakken op een kleine 70 mijl van de haven.
Na het ontbijt maken we in alle rust onze spullen klaar. Het is hier een meter of 75 diep en de wrakken in dit gebied hebben een prima zeewolfpopulatie. Terwijl wij onze knopen controleren en montages vergelijken met de andere vissers, voelen we dat de schipper de boot stillegt. De hoorn gaat en iedereen die is opgetuigd laat zijn spullen zakken. De bodem bereiken we nooit. Ik haak onderweg al iets stevigs. Het blijken twee pollakken van een kilo of vier te zijn. Mijn maat Kim heeft een nog zwaardere klus. Na een stevige dril mag ik een kabeljauw van 12,5 kilo voor hem gaffen.
Subtiel op zeewolf
De stek bevat enorm veel vis. Er komt vooral kabeljauw naar boven, af en toe een koolvis en stevige pollakken. Tijdens de tweede drift komt dan ook de eerste zeewolf langszij. De vis heeft aas gepakt dat aan een afhouder is gepresenteerd. Voor de meeste vissers is dit het signaal om hun montage aan te passen. Vanaf dat moment kun je de concentratie voelen op het dek, terwijl twaalf mannen tegelijkertijd hun nieuwe aasmontage laten zakken.
Zeewolf vissen is vaak een subtiel spel. De vissen zijn erg voorzichtig en laten zich niet zo maar uit een wrak lokken. Het is de kunst het aas voorzichtig en met finesse te bewegen. Met de vinger constant aan de lijn voel je zo de kleinste tikjes.
Ik laat mijn aas heel voorzichtig tegen het wrak zakken om het daarna zachtjes op te tillen. De truc is om constant contact te houden met mijn aas. Het duurt niet lang voordat er zachtjes aan mijn lijn wordt getrokken. Ik laat mijn lijn strak lopen en zet de haak met een stevige ruk, die meteen wordt beantwoord met een serieuze run. De vis probeert het wrak weer te bereiken, terwijl ik alles op alles zet om dat tegen te gaan. Gelukkig lukt dat en krijg ik steeds meer grip op de dril. De zeewolf probeert nog een aantal keren de bodem te bereiken. Als naast de boot een grijs silhouet zichtbaar wordt is het oppassen geblazen. Een gehaakte zeewolf kan venijnig bijten met het enorme gebit waarmee ze zee-egels, krabben en schelpdieren kraken.
De drift is nog niet over, dus met een lange worp probeer ik nog een puntje wrak te raken. En met succes, want kort erna weet ik een leng van een pond of vijf aan boord te hijsen.
Nieuw wrak, nieuwe kansen
Na de lunch, tijdens de tocht naar een nieuwe stek, weten we wat ons te doen staat. Het wrak moet eerst ‘leeg’ voordat we bij de zeewolf kunnen. Zoals bij veel wrakken vangen we eerst kabeljauw, koolvis en pollak. Die visserij duurt vier drifts. Ook tijdens de vijfde en zesde drift is het voor mij nog kabeljauw. Mijn medevissers hebben meer geluk als zij de eerste zeewolven tot een kilo of vijf over de reling tillen.
Tijdens de zevende drift bereikt mijn aas eindelijk de bodem. Ik voel direct een zachte aanbeet. Als ik met een stevige ruk de haak zet, volgt er meteen die krachtige, korte run die ik zo gewend ben van zeewolf. Dit is duidelijk een betere vis. Een paar runs later probeer ik mijn tegenstander nog steeds in bedwang te krijgen. Maar dan lijkt het gevecht gedaan.
Terwijl schipper Per de gaff heeft gepakt zie ik wat mijn aas heeft gepakt. Het is niet het zo gewenste grijze silhouet met een reusachtige ‘wolvenkop’ met bijpassend gebit. In plaats daarvan zie ik twee zeewolven omhoog komen. De kleinste heeft het aas aan de ophanger gepakt, bedoeld voor roodbaars of poon. Ontevreden ben ik niet. De vissen wegen respectievelijk 6,4 en 8,2 kilo – dat is helemaal geen slecht doublet.
We vissen of ons leven ervan afhangt. En bij ieder volgend wrak herhalen we het ritueel. En dat werpt zijn vruchten af met een beloning die bestaat uit pollakken, wijting, koolvis, schelvis en af en toe een lom. Bijna iedereen heeft zeewolf gevangen. Voor een aantal vissers is het de eerste keer dat ze deze soort aan boord mochten hijsen. Van iedereen aan boord heeft alleen Anders geen zeewolf aan de haak weten te krijgen. En dat laat iedereen hem goed weten tijdens het diner. Maar Anders heeft morgen nog een kans om de nul van het bord te vegen.
Volledig onbescheiden heb ik mezelf gekroond tot zeewolfkoning van dag één. De grootste vis van mijn doublet blijkt namelijk ook de grootste zeewolf van de dag te zijn. Met een brede glimlach plof ik in mijn kooi.
>| Dit is een preview van het artikel Zeewolf Tweedaagse – Wil je het hele artikel lezen?
Dit artikel en nog veel meer interessante Zeevis artikelen kun je zien en lezen in ZHS 382 NU in de winkel of thuis op de mat.
Wil je 6x Zeehengelsport thuis op de Mat? Neem dan NU een voordelig jaarabonnement.