Maandelijks de rubriek ‘Kronkelen met Rolf ‘ waarin ras-Mokummer Rolf Bouman tal van onderwerpen de revue zal laten passeren. Deze keer gaat het over trollen in Mokum.Â
En nu niet meteen denken dat dit een vertelling wordt waarin ik verhaal over hordes Engelse, vrijgezelfeestende toeristen op bierfietsen die verkleed als piemel zich lallend door de stad banen, dat zijn andere trollen. Nee, ik heb het over het varen met een vrolijk schuitje door de grachten van Amsterdam met een paar pluggen erachter.
PLANNEN TE OVER
Mijn hoofd kronkelt van snode visplannen, ik wil alles tegelijkertijd doen; karperen, doodazen, baarzen met een shadje, wintervoorns vangen, scharren hakken en baitcasten met jerkbaits. En zoals zo vaak gebeurt, kan ik niet besluiten wat te doen en dus doe ik niks. De telefoon redt mij. Het is Bob. Bob is een vliegvisser uit Den Haag, hij woont in Amsterdam en heeft een prachtig oud sloepje met een fantastische dieselmotor, zo eentje die dat heerlijke plok-plok-plok geluid maakt. Hij viert zijn hobby het liefst met een grote streamer op Hollandse poldersnoeken, op zeeforel in Denemarken, maar zijn hart ligt toch echt wel bij Canadese steelheads. Leuk en aardig, maar daar hebben we nu even geen tijd voor. Waar dan wel voor?
BOB TALKS
‘Yo Rolf’, steekt hij van wal, ‘morgen komt mijn vriend Luc over uit België, het lijkt hem leuk om te vissen op de grachten. Ga je mee?’ Ik heb al ja gezegd voordat mijn mond open is, dat klinkt best raar, en snel wordt een plan gesmeed. Ik neem een berg hengels mee en dozen kunstaas, Bob maakt de boot vaarklaar en neemt de catering op zich. Yes! We have plan!
BIJNA DROOG
Het is zondag 10 maart en ik fiets door de regen naar de plek waar Bobs boot ligt. Daar aangekomen staan de mannen al klaar. Zoals echte bikkels betaamt, checken we eerst de buienradar, over een half uur wordt het droog. Twee uur later wordt het nog steeds over een half uur droog. Kortom, het blijft de hele dag gieten. Niet getreurd, op pad! Bob stuurt, Luc vist op snoek met grote pluggen en ik hang er een baarsplugje aan om de kansen te spreiden. Het wordt een lange, natte zit. Gelukkig is het bijna droog, NOT!
DE PRINSENGRACHT
Op een enkel tikje na op mijn baarsplugje, blijft het de eerste uren stil op het plok-plok-plok van de motor na. Terwijl Bob handig tussen de voorbijrazende rondvaartboten laveert, sta ik te babbelen met Luc. Hij blijkt een sympathieke vent en vertelt over kastelen in België en contactlenzen, daar verdient hij zijn bammetje mee, vandaar.
PANG!
Als we onder de brug van de Vijzelstraat doorvaren waar juist 17.000 mensen luidruchtig een klimaatmars wandelen, wordt het tijd om te herpakken. ‘Hier Luc, probeer deze eens’, ik geef Luc een zinkende Screamin’ Devil in koi-kleuren. ‘Plons’, zegt de plug een minuut later. ‘Pang’, zegt Luc vrijwel direct daarna! Yes, we hebben een vis! Een heuse snoekbaars van 55 cm uit de Prinsengracht! We vieren het leven met koffie uit de pot van Bob en zijn opeens weer warm.
HEINEKEN OP DE AMSTEL
We draaien de Amstel op. Wat direct opvalt is dat er met honderden boeitjes een roeiparcours is uitgezet. Later ontdekken we dat de Heineken Roeivierkamp op het punt staat te beginnen, weten wij veel! We trollen dwars door het parcours en net voor de Berlagebrug klapt alweer de hengel van Luc krom! Deze keer een gave Amstelsnoek die eventjes op de plaat mag, Luc wordt steeds blijer. Dan komt er opeens een boze Heineken-meneer in een gemene boot die ons vrij onvriendelijk verzoekt op te flikkeren. We zijn de naarsten niet en dus flikkeren we braaf op.
NET GEEN TRIPEL
Op de terugweg, die nog zo’n 3 uur in beslag neemt, zetten we alles in op baars. Luc met een Timbertiger, ik met een Salmo hornetje, beter wordt het niet. Het doel is om de tripel compleet te maken; snoek, snoekbaars en baars dus. Zeker 10 aanbeetjes krijgen we, maar niks blijft hangen, heel zonde. Na een lange, natte dag, meren we weer af bij Bobs steiger, schudden elkaar de klamme klauw en spreken af het snel nog eens te doen.
EPILOOG
Mijn hoofd kronkelt alweer, wat zal ik nu weer eens gaan doen? Toch maar naar de pier voor een maaltje schar? Of in mijn waadpak op de randmeren proberen een karper te verleiden met een penhengel? Heerlijk dit soort ‘dilemma’s’! Tot de volgende Kronkelen enne… Vang een vis!