Vastgeroest in je visserij en behoefte aan nieuwe input? Nieuwe aassoorten, technieken, producten, etc? Houd de Beetsite in de gaten. Wekelijks bij ons een tiptop toptip van een specialist uit de witvis-, karper, zee- of roofvisscene. Dit keer van zeeltspecialist Gijs Kok van de Facebook groep Tinca Hunters.
Zeelt is een vis die van rust houdt. Daarom vis ik graag in de vroege morgen. Ongeveer een uur voordat het licht wordt zit ik aan het water, bouw mijn spullen op en leg ik 2 voerplekken aan. In het donker? Yes! Zodra het eerste licht aan de hemel komt zal de zeelt namelijk gaan fourageren.Als je de wekker dus een uurtje eerder zet zal dit zeker lonen!
Het is sowieso de moeite waard om eens een keer op je gemakje langs het water te lopen als het licht begint te worden. Als de zeelt ‘wakker’ wordt en naar voedsel begint te zoeken zul je ze ongetwijfeld kunnen lokaliseren door de plakkaten kleine luchtbelletjes die ze produceren als ze de bodem omwoelen.
Forceren
Hoe kun je nu forceren dat zeelt juist op jóu voerplek zal gaan azen? Door veel klein aas door je voer te mengen. Gekiemde hennep, maden/casters, mais, zorgen ervoor dat een zeelt de bodem om gaat woelen om deze kleine deeltjes te kunnen verorberen. Het (zoete) voer moet ze aanlokken, de kleine aasdeeltjes zal ze tot azen aanzetten. Een scheutje anijs door het vocht waarmee je je voer aanmaakt, en in de zomer als het water warm is een scheut Scopex, zijn ook zeker aanraders!
Als je de zeelten ziet azen op je voerplek maar ze pakken je aas niet? Niet te lang wachten, ga geen uur lang jezelf op lopen vreten van frustratie omdat ze je aas niet pakken terwijl je gek wordt van de bellenplakkaten boven je voer.. veranderen van aas! Een worm, een trosje maden, zoete mais, miniboilies, zorg dat je diverse aassoorten bij je hebt. Of je nu vist met de pen, met de feeder, de vaste stok, het maakt niet uit. Soms is een zeelt een alleseter, maar soms ook zijn ze vreselijk kieskeurig.
Pas je aas ook aan op de seizoenen. Ik bedoel nu niet direct het soort aas, maar wel de grootte van je aas. Zo van maart tot mei klein aas. Enkele maden, een worm, een kleine mini-boilie van 8mm, als het maar niet te groot is. Als het echt warmer begint te worden en de watertemperatuur stijgt flink gebruik dan grover aas. Een trosje wormen, een flinke haak vol maden, boilies tot 15mm, geen probleem.
“In de zomer leg ik gerust voerplekken aan van 12 tot 15 flinke gaaskorven voer per voerplek!”
Begint de watertemperatuur weer te zakken zo vanaf september/oktober, ga dan weer naar klein aas. Dit geldt ook voor de hoeveelheid voer die je gebruikt om een voerplek aan te leggen. In het voor en naseizoen zijn enkele korfjes/voerballen voldoende om te starten. Maar in de zomer leg ik gerust voerplekken aan van 12 tot 15 flinke gaaskorven voer per voerplek!
Dan nog iets wat maar weinig sportvissers weten: een wat onbekendere aassoort voor zeelt zijn wasmotlarven. Deze zijn heel bekend in de forelvisserij maar witvissers hebben ze zelden bij zich.. Vooral als het water warmer wordt en de zeelt niet vies is van een flinke hap aas is dit echt een aanrader!
Gijs Kok – Tincahunters