In Beet/Rovers april een artikel van onze witvisfluisteraar Jan van Schendel over hoe hij zijn maden, pinkies en casters wedstrijdklaar maakt. Helaas is door een fout een deel van de tekst weggevallen. Om dat recht te zetten plaatsen we het artikel nu in twee delen online.
Als wedstrijdvissers het over een ding eens zijn, dan is het wel dat het aas en voer perfect in orde moet zijn. Dit aas en voer moet er immers voor zorgen dat aangelokte vissen op de voerplaats blijven rondhangen. Uiteindelijk moet er dan een ding tussen uitspringen zodat die vissen ook echt gevangen kunnen worden: het haakaas! Zo simpel is het dus allemaal op papier.
Hoe krijg je dat aas en voer in topconditie? En misschien wel net zo belangrijk; hoe houd je het goed en hoe zet je het in? Het is heus geen raketwetenschap, maar er zijn wel enkele weetjes waar je anders misschien niet snel bij stil zou staan.
Vliegenlarven
Even voor alle duidelijkheid, zowel maden als pinkies zijn vliegenlarven, het grootste verschil is dat pinkies veel kleiner zijn. Het zijn simpelweg de larven van een andere, kleinere vliegensoort. Er zijn nog meer soorten vliegenlarven die interessant kunnen zijn voor ons vissers, maar in de praktijk zijn in ons land maden en pinkies de enige twee algemeen gebruikte soorten. Ik zal me dan ook alleen hierop concentreren.
“Voor je het weet kruipen die larven door de hele koelkast!”
Koud bewaren
Als je een made of een pinkie vrij zou laten rondkruipen, dan verpopt hij tot een caster. Uiteindelijk zal uit die madenpop een vlieg ontstaan. Dat gehele proces vanaf het eitjes leggen door de vlieg, het groot worden van de larve, het verpoppen ervan en het ontstaan van de uiteindelijke vlieg, wordt aangestuurd door temperatuur. Heel simpel gezegd: hoe warmer het is, des te sneller dat hele proces gaat. Als visser wil je dat dit proces zo sloom mogelijk gaat natuurlijk. Hoe langzamer dit gaat, des te langer je kunt beschikken over (verse) maden. Met bovenstaande theorie in je achterhoofd is het logisch dat er eigenlijk maar een oplossing is om dit proces te vertragen. De temperatuur laag houden! Bewaar de maden en pinken in een koelkast op een temperatuur van slechts enkele graden boven nul, dan gaan ze het langst mee.
Grijszwarte stip
De ideale manier om maden en pinkies goed te bewaren is in een bak met een open bovenkant. Hierdoor zullen ze niet gaan zweten. Als maden vochtig worden dan gaan ze kruipen. En dat wil je natuurlijk niet, voor je het weet kruipen die larven door de hele koelkast!
Juist om dat te voorkomen kun je maden en pinken het best in wat polenta of maisbloem bewaren, of desnoods in fijn zaagsel. Hoe minder de maden kruipen, des te langer ze vers blijven. In het ideale geval liggen die maden dus doodstil in de koelkast.
https://youtu.be/BDvRoC5l4So
Als je maden hebt gekocht… Wat dan? Bekijk hierboven hoe Jan zijn maden wedstrijdklaar maakt.
De versheid van maden is op een makkelijke manier te bepalen. Bij pinkies is het wat lastiger te zien (te klein), maar bij maden kun je perfect zien hoe vers ze zijn. Bij een verse maden zie je altijd een grijze of zwarte stip in het lichaam. Dat is de maag en die maag verdwijnt langzaam naarmate de made ouder wordt.
Herkenning
Waarom zijn maden en pinken eigenlijk zo’n geaccepteerd aas voor zoveel verschillende vissoorten? Heel simpel, dat komt omdat die vissoorten maden en pinkies in de natuur ook tegen komen en ze hebben dit leren kennen als aantrekkelijk voedsel.
Op ieder karkas van een dier dat sterft in de vrije natuur, maar ook bijvoorbeeld op een koeienvlaai in een weiland zullen vliegen hun eitjes leggen. Die eitjes komen uit en het karkas of de koeienvlaai vormt het voedsel voor de maden en pinkies. Ze vreten zich vol en wanneer ze volwassen zijn kruipen ze weg van het voedsel. Zodoende komen ze ook in het water terecht, want vliegen leggen hun eitjes niet alleen op het land. Ook dode eenden en vissen zijn bijvoorbeeld de klos. Heel veel vissen kennen maden als natuurlijk aas en bijna altijd is zo’n natuurlijk aas het beste om te gebruiken.