MARK FEKKES – Karper zoekt plekken op waar ze kunnen rusten en zich veilig voelen, ongeacht het watertype. Op groot, diep water zijn dit vaak kuilen, een talud of obstakels zoals bruggen en sluizen. Op kleinschaliger, ondiep water zijn rietkragen en andere waterplanten vaak de hotspots, die ieder om hun eigen aanpak vragen. In dit deel 1 richt ik me tot karpervissen in de waterpest.
Steeds meer waterpest
Door schoner water kom je op steeds meer kleine (stads)wateren waterpest tegen; dit vraagt om een aangepaste aanpak. Omdat ik middenin en tussen de waterpest vis gebruik ik een zo klein mogelijk dobbertje. Met een dobber kun je namelijk zien of het haakaas op de bodem ligt of in waterpest blijft hangen. Alhoewel ik in een gaatje tussen de waterpest vis, kun je met andere technieken zoals free-lining of een vastloodsysteem, vaak niet goed beoordelen of het haakaas op de bodem dan wel in de planten ligt.
Planten laten ruimen
Wanneer het water zo dicht is gegroeid dat er geen open plekjes te vinden zijn, kun je de vissen de planten laten opruimen. Dit doe je door een voerstek met klein aas aan te leggen, bijvoorbeeld van maïs of kikkererwten. De azende vis zal tussen de planten en ook in de bodem gaan wroeten, met als gevolg dat de stengels breken en de wortels loslaten. Zo ontstaat er na een aantal dagen vanzelf een open plek. Als er geen open plek is ontstaan kun en hoef je er ook niet te gaan vissen; kennelijk wil karper op die plek niet eten.
Hoe dril je tussen de planten?
Wanneer ik tussen waterpest een karper haak, dan houd ik meteen de hengel hoog en zet veel spanning op de lijn. De lange, strakke hengel zorgt ervoor dat je sneller met de hengeltop boven de vis zit, waardoor je minder lijn in het water hebt en er minder waterpest aan de lijn kan komen. Met een korte, zachte hengel heb je een lagere hoek ten opzichte van de vis: er ligt dus meer lijn in het water. Dat geeft meer problemen tijdens het drillen en zal tot meer verspeelde karpers leiden.
Dit materiaal gebruik ik
Hengel: Fox Extreme 3 lb van 13 ft – 390 cm
Lijn: groen gekleurde 10/00 tot 12/00 mm gevlochten lijn
Daarom:
- Door de groene kleur valt de lijn niet op tussen het groene waterpest.
- Een dunne lijn pakt minder snel waterpest dan een lijn.
- Een gevlochten lijn snijdt makkelijker door de planten dan een nylon lijn.
- Hoe dunner de lijn, des te gemakkelijker deze op spanning te houden is en hoe minder er een bocht in de lijn ontstaat waar waterpest aan kan blijven hangen.
- Een gevlochten lijn blijft vaak drijven, een nylon lijn niet.