Nu de meeste viswateren bevroren zijn en er boven de vissen schaatsers over het ijs zwieren, zijn er toch sportvissers bij wie het kriebelt; zij gaan ijsvissen! Mark Fekkes is zo iemand. Hij hoopte stiekem weer op een flinke vorstperiode omdat het immers zo lang geleden was. Maar nu is het weer zover; Mark wordt op zijn wenken bediend, en dus praat hij ons even bij over het ijsvissen…
Ze zitten er echt hoor…
Niet in het vet
Het is niet zo dat ik ieder jaar op een laag dik ijs te wachten, want het vissen vanuit de boot of in de winter vanaf de kant met wat kunstaas zwiepen, is dan even niet meer mogelijk en dat doe ik maar wat graag. Echter, de keren dat er ijs lag dat veilig te betreden was, zette ik de hengels niet in het vet, maar ging er juist op uit. Mocht het onverhoopt nog gebeuren, dan heb ik een aantal tips voor jullie.
TIP 1: BLIJF WARM
Om te beginnen is het aan te raden om een goed warmtepak aan te trekken. Heb je dit niet, draag dan in ieder geval thermo-ondergoed en dikke kleren. Het liefst meerdere laagjes over elkaar, dit isoleert beter dan één dikke trui. Draag ook goed geïsoleerde schoenen of laarzen. Het liefst snowboots en let er op dat je laarzen met een dikke zool koopt. De kou trekt namelijk vanuit het ijs omhoog naar je voeten. Hoe dikker de zool, des te langer het duurt voordat je koude voeten krijgt. Neem ook een handdoek mee om je handen te drogen nadat je een vis hebt onthaakt. Wanneer je handen nat zijn passen ze minder makkelijk in een handschoen en blijven ze langer koud. Eventueel kun je handwarmers meenemen. Heb je deze niet dan kan je ook altijd een thermosfles vullen met lauw/warm water en deze over je handen gieten om ze op temperatuur te laten komen.
TIP 2: VEILIGHEID
Het spreekt voor zich dat je alleen het ijs op gaat wanneer het dik genoeg is. Als je het ijs nog niet helemaal vertrouwt, zeker wanneer je in je eentje gaat, neem dan een touw mee. Bind dit aan jezelf vast en het andere eind aan een boom, paal of iets anders stevigs op de kant. Als je door het ijs zakt kun je jezelf er weer uit trekken.
TIP 3: IJSBOOR, ZAAG OF BIJL?
Als je een gat moet maken, dan is een ijsboor één van de belangrijkste hulpmiddelen. Koop meteen een goede, bijvoorbeeld van Rapala. Hiermee ben je veel sneller door het ijs dan met een boor van de goedkope merken. De mesjes van de betere merken blijven ook veel langer goed. Wanneer je een groter gat moet maken, bijvoorbeeld voor het snoekvissen, dan kun je een zaag meenemen om het wak groter te zagen. Enkel wanneer het ijs erg dik is kan je een bijl gebruiken. Een bijl heeft namelijk als nadeel dat het ijs kan splijten wanneer je hier op slaat. Aangezien jij op het epicentrum van het hakken staat kan dit gevaarlijk worden! Ik heb de beste ervaringen met een hamer met houtbeitel. Met deze beitel kom je snel door het ijs en kan je makkelijk het formaat van je wak bepalen. Neem daarnaast een lepel met gaten (schuimspaan) mee om ijsgruis uit het wak te halen. Leg dit ijsgruis niet op het ijs, maar doe dit in een emmer! Wanneer je het op het ijs legt vriest het snel vast en ontstaat er een bobbel waar jij en ook schaatsers over kunnen vallen. En pak de schuimspatel nooit met natte handen vast op het metalen gedeelte. Voor je het weet vriezen je vingers er aan vast…
Tot zover een deel van het artikel over ijsvissen dat komende week rond 16 februari zal verschijnen. Wil je deze februari-editie als los nummer in het vooruit bestellen? Dat kan: klik hier voor de bestelwijze. Met een abonnement zit je natuurlijk altijd eerste rang. Wil je een voordelig abonnement? Klik hier.