GERARD DE VRIES – In het hoge noorden van Nederland zijn tegenwoordig best mooie vissen te vangen. Daar waar het water veertig jaar geleden nog onbewoonbaar was voor vissen door vervuiling, zwemmen er nu de mooiste zeelten en ruisvoorns rond. Het is er bovendien heerlijk rustig: wat kan een visser nog meer dromen? Gerard de Vries uit Scheemda vertelt in deze bijdrage hoe hij gericht op grotere exemplaren vist met de feederhengel.
Ik denk dat ik mij het best kan omschrijven als een allround visser. Ik vis op roofvis, maar in het gesloten seizoen focus ik me graag op zeelt en grote brasem. Ik vind het heel mooi om een plan uit te werken om een mooi exemplaar te vangen, want als het lukt geeft me dat extra voldoening.
Ik ben niet zo heel erg bezig met het vangen van een PR, maar zeker ook niet vies van een echte specimen. Op Facebook post ik regelmatig een kort vangstverslagje over de visdagen die ik beleef, met name in de groep genaamd Dutch Tench/Nederlandse Zeelt. Ik voelde mij zeer vereerd toen ik werd gevraagd om een stuk te schrijven over mijn manier van vissen op zeelt en brasem in het najaar voor een echt visblad als Beet Magazine!
Ik zal een jaar of 13 zijn geweest toen ik mijn eerste zeelt ving. Dat was in een oude vaart in de Veenkoloniën, waar ik destijds woonde. Sinds die tijd loopt de zeelt als een rode draad door mijn visserij. Brasem ving ik altijd al wel, al ben ik per toeval besmet geraakt met het ‘grote-brasemvirus’. Mijn eerste 4 kilo vis ving ik namelijk als bijvangst tijdens het vissen op zeelt, zo’n jaar of 10 geleden. Na de vangst van deze vis volgden er op dat water meer van dit slag en was ik verkocht.
Dit is een premium artikel.
