Wanneer de zomermaanden weer achter ons liggen, breekt er een interessante periode aan voor de fanatieke snoekvisser: vissen in moerassige veengebieden. Natuurbeleving, focus op aantallen in plaats van formaat en een prachtig alternatief voor de bekende grote wateren. Er zwemmen prachtig getekende snoeken die je op allerlei manieren kunt belagen. Zeker in de late herfst tot het einde van het roofvisseizoen. Bertus Rozemeijer deelt in dit artikel zijn favoriete veen-visserij. Zowel met kunstaas als met de vliegenhengel.
Tekst en foto’s: Bertus Rozemeijer.
Alweer meer dan twintig jaar geleden kreeg ik van vriend Piotr Piskorski, toenmalig eigenaar van Salmo, de bijnaam Shrek. Groot water als bijvoorbeeld de Veluwerandmeren hadden we leren kennen als uitermate productief voor grote snoek, maar toch bleven de meer moerassige veengebieden van ons land me bijzonder boeien, en eigenlijk veel leuker om te vertoeven dan, hoe productief ook, dat grote water.
Laat het wel even duidelijk zijn dat lang niet al de veengebieden geschikt zijn om er jaar rond op snoek te vissen. Zeker, in de Noord-Hollandse veenweiden kan dat wel, al merk je snel dat ook daar het najaar, winter en het vroege voorjaar het meest productief zijn. Op veel van de veenplassen is het in de zomer soms schier onmogelijk om er vissen. Ik weet het, er zijn genoeg ‘anti-wier’ systemen, maar zelfs het meest doordachte hiervan laat je kansloos om hier kunnen vissen. Pas in het najaar komt er ruimte en zijn vroege nachtvorsten, die daarmee de nog drijvende planten zacht als boter maken, meer dan welkom. Optimaal vis je vaak vanaf midden november en kun je tot aan het sluiten van het seizoen meer dan goed terecht.
OPTIMALE NATUURBELEVING
We hebben nog steeds veel veengebieden, waar ook duidelijk een plaatsnaam aan gegeven is. Denk maar aan Vinkeveen, Ankeveen, Veendam of Amstelveen. Verwijzingen naar van wat veen is of was. Van wat ‘was’ is er veel, maar er is gelukkig nog genoeg veen wat er nog steeds is. Veen is nat en wat nat is bevat vis, vaak veel vis met daarbij een behoorlijke zekerheid van een goed bestand aan snoek. Shrek zit nog steeds in mij en gaat er ook nooit meer uit.
Alleen al in een veengebied rondvaren is een genoegen op zichzelf. Natuurbeleving is altijd een belangrijk aspect geweest en dit combineren met vis en vissen is iets wat je in het veen optimaal beleven kunt. Natuurlijk zijn er grote verschillen in de veengebieden onderling en in sommige gevallen kan de visstand daarmee ook behoorlijk afwijken. In mijn voormalige Zaanstreek was de snoekstand in de veenpolders maar matig of ronduit slecht. Dit komt deels door de afbraak van het veen, wat zelf zuurstofarm is, maar onder invloed van zuurstof wordt afgebroken. Het komt dan vaak als bagger in de sloten en vaarten terecht. Samen met de vermestingen komt dit de kwaliteit van het water niet ten goede, maar nergens vond ik zoveel grote snoekbaarzen als juist daar.
VAN GRASGROEN NAAR GLASHELDER
Er zijn gelukkig behoorlijk wat veengebieden waar het water wel van goede kwaliteit is en daarmee een plantenrijk snoekparadijs voor ons kan zijn. Om gelijk het niet verder lezen maar te stimuleren: ga er niet vanuit dat je hier de snoek van je leven gaat vangen, want echte reuzen kom je hier zeer zelden tegen. Ben je er nog? Mooi, want je kunt hier wel voor aantallen gaan, die je op elke denkbare manier kunt vangen. Daarnaast is er die beleving van rust, stilte en een stuk natuur, en in die natuur de obstakels die je als sportvisser tackelen moet. In veel van de veenmoerassen is snoeken niet altijd eenvoudig en vraagt ook om je aan te passen. Hoewel er nog veel water bevist kan worden, zie je ook dat er steeds meer water van sportvissers afgenomen wordt. Land en water heet dan ineens een Natura 2000 gebied, waarin je niet welkom bent…