Grote brasems, vloermatten van tegen of over de 60 cm en drie kilogram of meer, we zien ze steeds vaker voorbijkomen. Er is geen mooiere en betere periode om op dikke platten te vissen dan het (late) voorjaar. Iedereen kan ze vangen en er zijn vele manieren om deze visserij aan te pakken. We laten deze keer drie toppers aan het woord, ieder vanuit zijn eigen achtergrond; vis-icoon Ed Stoop, wedstrijdtopper Klaas Mozes en specimen hunter Ruud Berkhuizen, die al heel wat 5 kg+ brasems op zijn conto heeft staan. Kortom, een bak aan informatie om succesvol op grote brasem te vissen!
Tekst: redactie, foto’s: Marijn Smulders, Sportvisserij Nederland, Klaas Mozes en Ruud Berkhuizen
ED STOOP
Het lijkt erop dat de brasems steeds groter/zwaarder worden in veel van onze wateren. Vroeger was een brasem van 1,5-2 kg groot, nu worden er met regelmaat brasems gevangen van 3 kg+. Heb je daar een verklaring voor?
In een, zo lijkt het, ver verleden was er in ons binnenwater sprake van zogenoemde verbraseming, oftewel enorm veel magere en slecht groeiende vissen die dikwijls met moeite de kilo haalden. Ik herinner mij nog wedstrijden aan de Overwaard bij Kinderdijk waar je met 50 kilogram brasem (meer dan 80 vissen) doodleuk buiten de prijzen viel. Dat is vandaag de dag wel anders. Een duidelijke verandering, tevens verbetering van de waterkwaliteit, maar zeker ook het uitdunnen van de brasemstand in het kader van beheer, meer visetende vogels zoals de aalscholver die veel jonge vissen wegvreten en het feit dat beroepsvissers al een poos ook brasems weten te verhandelen, heeft alles veranderd. Er zwemt in ons land uiteraard nog steeds veel brasem – Nederland ligt immers in wat we noemen de brasemzone, maar bij lange na niet meer de hoeveelheid waar ik in het begin aan refereerde. Vandaar dat we nu niet meer vreemd opkijken wanneer er een ‘platte’ van drie kilo of meer het landingsnet in glijdt. Minder vissen betekent immers dat het aanwezige voedsel door minder monden hoeft te worden gedeeld. Dit doet me denken aan de cursus visstandbeheer van de voormalige OVB waar ik ergens in een vorig leven aan deelnam. In drie identieke vijvers waren respectievelijk 10, 50 en 100 schubkarpertjes uitgezet. In elke vijver werd steeds een gelijke hoeveelheid voer gestrooid. Na drie jaar waren de vissen in de vijver met de grootste dichtheid slechts een kilo zwaar, maar waren de karpers die met z’n tienen het voedsel mochten delen inmiddels gegroeid tot vier of vijf kilo. Vervang karpers voor brasems en je krijgt ongeveer het zelfde verhaal.
In mei/juni, net voor of net na de paai; waar maak je dan de meeste kans? Is ondiep in de (over)kant of toch eerder op het wijd de beste optie?
Zoek de grote vissen nu de zon het water begint op te warmen vooral in de warmere, ondiepe delen van het water en in de buurt van riet en opkomende waterplanten. Juist op deze plekken wordt gepaaid of is inmiddels gepaaid. In het laatste geval zijn de vrouwtjes dan natuurlijk niet meer zo dik en zwaar als voor de paai en mannetjes minder sterk en vechtlustig door een afnemende hormoonspiegel. Dat trekt wel weer bij maar duurt even wat weken.
Op wat voor soort/type wateren kun je die grote brasems verwachten? Kun je misschien een paar tips aan de lezers geven?
Op de vraag waar je die echte vloermatten moet zoeken kan ik melden ‘overal!’ Natuurlijk leent groot diep water zich het beste voor het uitgroeien tot het formaat dat we zo graag vangen. Nou ja; hardcore karpervissers misschien wat minder… Maar voor witvisliefhebbers en zeker ook als je, zoals ik, van wedstrijdvissen houdt, is een vis van vier kilogram en meer dan 60 cm lang meer dan welkom.
De rest van het artikel vind je in BEET mei/juni 2023. Het magazine is nu verkrijgbaar in de boekhandels en bij de hengelsportzaken. Voor een abonnement op BEET, voor het laatste nieuws op het gebied van materiaal en technieken voor het vissen op witvis, ga je naar: https://shop.beet.nl/category/abonnementen/.