Het vissen met doodaas in de wintermaanden wordt meestal geassocieerd met snoek, maar Albert Dekker weet al langer dat je zo ook snoekbaarzen kunt vangen en dat zijn dan vaak de grotere exemplaren. Een statisch op de bodem aangeboden stukje vis, of een wat kleinere aasvis, is vaak onweerstaanbaar, zeker in de schemeruren of in de nacht.
Tekst: Arnout Terlouw, foto’s: Albert Dekker & Arnout Terlouw
Vorige winter was ik al een dag op pad geweest met Albert Dekker. Een taaie dag die toch een mooi einde kreeg nadat we tot twee keer toe waren verkast en uiteindelijk op een stek aankwamen waar wat stroming stond. Albert ving al snel twee wat kleinere snoeken, maar ik moest wachten tot het echt donker was. Met mijn Deeper had ik al gezien dat er wat aasvis lag in een wat diepere kom, net naast de stroomnaad. Mijn pencil, voorzien van een breekstaafje, stond daar wat onrustig te dansen, maar het ging. Net toen Albert even kwam kijken, leek de pencil te bewegen. “Hij beweegt stroomopwaarts, kijk maar”, hoorde ik hem zeggen en toen zag ik het ook. De pencil was aan de wandel en ik aarzelde niet, draaide de lijn strak en sloeg gedecideerd aan. Hangen! Het bleek een mooie snoekbaars te zijn die richting de 80 cm ging. De spiering met twee dregjes maat 6 had zijn werk gedaan. Toch nog, dat smaakte naar meer! Het zou echter nog een jaar duren voor een tweede afspraak, een herkansing.
PRACHTIGE OCHTEND
Het heeft stevig gevroren en alles kraakt onder onze voeten. Er is mist voorspeld, maar de lucht is kraakhelder. Op de stek aangekomen maken we snel onze hengels in orde. Met het eerste licht liggen er vier hengels in. Albert met een schuivend loodsysteem en klein aas, ik met twee pencils en wat groter aas; een spiering en een staartstuk van een horsmakreel, die Albert vakkundig heeft geïnjecteerd met wat extra visolie. Met een opkomend zonnetje genieten we van de stilte en de natuur om ons heen, een ongekend mooie morgen! Het eerste uur gaat snel voorbij en met een bakkie dampende koffie in de hand stel ik Albert wat vragen over zijn gerichte visserij op snoekbaars in de late herfst en wintermaanden. Iets wat hij al jaren met veel succes doet.
“Op deze manier geef je de grotere vissen veel meer tijd om je aas te pakken”
Waarom met doodaas? Vang je daarmee gemiddeld grotere snoekbaarzen?
“Omdat grote roofvissen lui zijn, zeker in de winter. Dan sparen ze liever hun energie en vetgehalte en een dode aasvis op de bodem is dan een gemakkelijk hapje. Op deze manier geef je de grotere vissen veel meer tijd om je aas te pakken. Met kunstaas heb je vaak dat wanneer je langskomt de vis niet altijd trek heeft en het aas negeert. Met doodaas kan een vis wel een uur naast je aas liggen voordat deze besluit het te pakken omdat ze honger heeft gekregen. Met kunstaas ben je vaak alweer weg, zeker met een boot.”
Wanneer, in welke maanden is dat het beste?
Ik begin meestal eind oktober, begin november en vis door tot eind maart. Het hangt een beetje van het weer af. Wanneer de watertemperatuur tot rond de 8 graden Celsius is afgekoeld dan gaat het meestal beginnen.
Op wat voor (soort) wateren vis je het meest? En wat voor soort stekken, altijd diep of ook wel ondiep?
“Ik vis zeker ook ondiep, zeker in het begin. De ondiepe wateren koelen veel sneller af dan de grotere. Je kunt hier dus veel sneller beginnen omdat de witvis veel sneller samenschoolt. De roofvis volgt. Daarom zoek ik vaak wel de wat diepere stukken op, witvis trekt hier naartoe omdat de watertemperatuur hier vaak iets warmer is, of constanter.”
De rest van dit artikel lees je in Beet 1 van 2023 die rond 30 januari verschenen is. Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste materialen en technieken voor het vissen op roofvis, neem dan een abonnement op Beet Magazine. Ga hiervoor naar: https://shop.beet.nl/category/abonnementen/.