RAYMOND HAKKERT – Het is half oktober wanneer we weer aan het prachtige Lac Havana arriveren. Het meer dat we zo noemen vanwege de metersdikke lisdoddekragen welke de oevers omlijsten. Het is alweer een half jaar later na de eerste stroef verlopen sessie in april. In deel 1 in KW134 konden jullie lezen dat we door de barre omstandigheden en slechte vangsten toen de laatste 36 uur met succes zijn verkast naar een ons bekend meer in dezelfde regio. Nu zijn we wijzer geworden en vastberaden om de sessie hier uit te vissen. Aan het weer zal het deze keer niet liggen, visweer voorspellen ze!
Het waterpeil staat zoals we verwachten laag, in het najaar laten ze soms tot wel 70% van de inhoud uit de meren weglopen opdat de omliggende vaarten op peil blijven zodat de scheepvaart daar zonder problemen door kan gaan. Nadat er weer voldoende regen is gevallen in het late najaar lopen de meren halverwege de winter en in het voorjaar weer langzaam vol. Vroeg in het voorjaar staat er daarom meters meer water dan in de herfst. De trailerhelling, waar we de auto de vorige sessie zonder problemen hebben kunnen achterlaten, staat nu droog. We moeten zelfs een stuk door de modder waden om de twee zware rubberboten en dito motoren te water te kunnen laten. Binnen korte tijd zit, nog voor de sessie goed en wel van start is gegaan, veel materiaal al onder de blubber.
RUIM WATER
We houden rekening met eventuele drukte van vissers en hebben verschillende stekken op het oog. Aangezien de wind volledig de grote, ondiepe baai in waait – waar we in het voorjaar nog zaten te blanken ruiken we daar nu alsnog kansen. We geven flink gas en een half uur later arriveren we op de beoogde stek en blijkt hij tot onze verbazing vrij. Bovendien hebben we de indruk, mits er niemand verstopt zit ergens, dat er minstens een kilometer vrij water voor ons ligt. Wat een luxe!
De wind staat daarbij ook al dagen deze hoek in te beuken. Meestal voeren we op de eerste dag de stek aan om vis aan te trekken om de ochtend erop pas de eerste lijnen uit te varen. Het vertrouwen in een aanbeet is bij beiden nu echter gewoon skyhigh en dus besluiten we de eerste nacht direct te gaan vissen, ook al voelt dat op een bijna 1000 ha groot water best vreemd. Nadat we de baai eerst hebben uitgepeild en heel verspreid van een emmer voer hebben voorzien, tuigen we de hengels snel op. Er hangt – naast een enorm regenfront – iets in de lucht!
ABSURDE NACHT
We zitten na een warme hap te genieten van wat heerlijk herfstbiertjes, het begint zoals was voorspeld al wat te spetteren. Onderwijl komen er af en toe wat piepen over de receivers door. Een voorteken? Lijnzwemmers? Een uur later, net als het wat harder gaat regenen en ik een extra oval aan het plaatsen ben om onder te kunnen zitten vertrekt er al een hengel. Dat is rap! We drillen Menno’s vis vanuit de boot en ik schep na een stevige dril een dikke twintiger voor hem.
Goede start! Vlug wordt zijn hengel opnieuw beaasd en uitgevaren. Hij is nog niet terug of er loopt een hengel bij mij af welke honderden meters de andere kant op ligt. Het is duidelijk, ze liggen opgestapeld hier. Nadat ik ook een vis van het zelfde slag vang voeren we stevig bij. We krijgen eigenlijk amper de tijd om plat te gaan! Zodra we goed en wel indommelen vertrekt er alweer een hengel. Bij de derde run welke ik krijg – nadat ik net in dromenland ben – kom ik slaapdronken de tent uit en struikel hard over een boomstronk.
Ik doe daardoor een poging het wereldrecord hink-stap-sprong te verbeteren en lazer op beide knieën in het water, waarbij het enige geluk dat ik heb is dat ik mijn waadpak al aan heb. Minder pijn doet het niet en de scheldkannonade welke volgt zorgt ervoor dat de plaatselijke wildpopulatie op de vlucht slaat en er de komende jaren geen hert te zien zal zijn in dit sprookjesachtige ‘bois’.
TEAM HAKBLOK
Deze eerste nacht blijken Blok en ik als vismachines op elkaar ingespeeld te zijn. Drillen, scheppen, uitvaren, voeren etcetera; het loopt als een trein. Het is een vangnacht zoals je zelden meemaakt en we genieten er vol van. De stek is de volgende ochtend een chaos en veranderd in een blubberbak. De diversen grote vissen – welke we enkele uren in dieper water in degelijke bewaarzakken en aan dito steunen hebben weggehangen worden de volgende ochtend bij goed licht op de foto gezet. We zijn diep onder de indruk van de serie bakken. Eén vis is op dat moment zelfs mijn twee na grootste spiegelkarper ooit. The Beasty Boys dreunen dan ook constant door mijn hoofd: “Kick it!”
We draaien in de ochtend de hengels in en voeren de gehele baai flink aan met een aantal emmers boilies en tijgernoten. Normaal zijn we erg voorzichtig met zwaar voeren, maar als we zeker zijn dat er tientallen vissen rondscharrelen, ze bovendien zeer actief zijn en de watertemperatuur dat toelaat, mag er logischerwijs ook wat in. We vallen na de gedane arbeid beide tot in de middag in een diepe slaap.
WIL JE WETEN HOE DIT AFLOOPT? | LEES HET HELE ARTIKEL IN KW 135
KARPERWERELD LIGT NU IN DE WINKEL OF NEEM EEN ABONNEMENT