Naast baars, is snoekbaars een van onze favoriete roofvissoorten om te belagen. We weten allemaal dat snoekbaars bekend staat als een vis van diep water, maar in de vroege zomer (lees: de maanden juni en juli) is dat over het algemeen een heel ander verhaal. Juist in deze tijd van het jaar is de snoekbaars perfect op ondiepe en ook kleinere wateren te belagen. En deze visserij is super spectaculair! Op ondiep water is snoekbaars agressief, de aanbeten zijn ongelooflijk hard en je selecteert zelfs vaak de grotere vissen. In dit artikel geven wij onze inzichten, welke wateren je kunt kiezen en wat daarop de juiste aanpak is.
Tekst & foto’s: Vis TD
Als wij in de zomermaanden op snoekbaars vissen, dan kiezen we meestal kleine tot middelgrote wateren uit. Vaak zijn dat kleinschalige rivieren en kanalen, maar ook weteringen zijn soms verborgen pareltjes. Ook in de ondiepe kribvakken van de grote rivieren die ons land rijk is, zijn de snoekbaarzen nu perfect te belagen.
Een zomersnoekbaars uit een ondiep kribvak in de Lek, een herkenbaar beeld voor velen.
Waar let je op als je een water uitkiest? Het belangrijkste, vooral voor de kleinschalige wateren, is dat het water troebel is. Snoekbaars is een vis die niet van (te) veel licht houdt en troebel water houdt simpelweg een hoop licht tegen. Daarnaast zijn deze wateren over het algemeen behoorlijk voedselrijk door een klei- of veenbodem. Veel voedsel voor witvis dus, en dat betekent ook veel voedsel voor de snoekbaars. Als laatste is een voordeel van troebele stekken dat de plantengroei over het algemeen meevalt en er daardoor in de zomer nog goed te vissen is op ondiepe stukken.
Kleinschalige riviertjes en weteringen kunnen soms de absolute pareltjes zijn voor grote snoekbaars. Dit zijn vaak een beetje de ‘vergeten’ wateren als het om snoekbaars gaat. De meeste vissers zoeken bij snoekbaars juist groot en/of diep water op. Maar zolang een kleiner watertje voldoende voedsel en troebel water heeft, kan het een absoluut topwater zijn. Daarnaast kun je op dit soort wateren echt oude en grote snoekbaarzen verwachten, die vaak weinig kunstaas hebben zien langskomen. Absoluut de moeite waard!
Ook kanalen en gekanaliseerde riviertjes zoals de Eem, herbergen vaak een prachtig snoekbaarsbestand. Ook op dit soort wateren is de vroege zomer vaak de toptijd. De vissen hebben na de gesloten tijd geen kunstaas gezien en zijn in de eerste zomermaanden superagressief en goed te vangen op de ondiepste stekken van het water.
Een klein, ondiep en ‘kleiig‘’ water, schaduw en dus ook… snoekbaars!
Hotspots en timing
Op kleinschalig water is je stekkeuze super belangrijk. Waar je op een grote rivier in elk kribvak wel een visje kunt verwachten, zal je op kleinere wateren meer tijd in het zoeken naar stekken moeten steken. Vaak stikt het op dit soort wateren niet van de hotspots, maar heb je er eenmaal een gevonden, dan kun je meerdere vissen verwachten.
Op zonnige dagen is de eerste keus van een goede stek wat voor de hand liggend. Onder bruggen en bij andere schaduwrijke stekken zoals bebossing, kun je vaak wel wat vis verwachten. Bij zonnig weer kiezen de snoekbaarzen ervoor om de schaduw op te zoeken. Daarnaast zijn bruggen vaak plekken waar de rivier of wetering smaller is, waardoor wat stroming ontstaat. En juist dat trekt dan weer aasvis aan. Dit soort stekken zijn dus onder alle omstandigheden de moeite van het proberen waard.
Verder is iedere onderbreking in het vaak monotone karakter van het water een potentiële topstek. Een sluis of gemaal, een kruising met een andere sloot of wetering, een scherpe bocht of een aanlegplaats voor boten.
Een typische snoekbaarsstek op een riviertje of kanaal.
Ook je timing kan een grote rol spelen bij de vangsten. Na een lange, droge periode is de visserij vaak taai. Maar wanneer het begint te regenen dan gaan die kleine watertjes vaak al snel stromen. Helemaal mooi is een fikse onweersbui, een weersomslag. Bij deze heftige buien komt er in korte tijd veel water naar beneden, wat echt voor een flinke stroming kan zorgen. Dit zijn de momenten dat snoekbaars vaak echt actief wordt en op de meer voorspelbare stekken gaat liggen. Net voor en na bochten ontstaan prachtige stroomnaadjes waar je nu snoekbaars kunt verwachten die absoluut op scherp staan. Daarnaast reageert snoekbaars vaak positief op onweer, waardoor ze makkelijker te vangen zijn.
Tactiek
Nu we weten wat de hotspots zijn en waar we vis kunnen verwachten, is het tijd om achter de vis aan te gaan. Maar hoe pak je die visserij nu aan? Om te beginnen heeft het onze voorkeur om snel te vissen, op zoek naar de snoekbaarzen. Geen stekjes tot in de treure uitpielen, maar snel verplaatsen na een paar worpen zonder succes.
Op de kleinste weteringen en riviertjes beperken we ons echt tot de hotspots zelf. Met de fiets of auto snel van onderbreking, naar bruggetje, naar sluisje, etc. Om zo de stek in pakweg een kwartiertje goed uit te vissen. Bij snoekbaars merk je het over het algemeen snel genoeg wanneer ze er liggen en ‘aan staan’. De eerste of tweede worp is het vaak al raak. Heb je een stek in tien worpen uitgevist met de ene techniek, probeer het dan nog eens met een andere techniek. Gebeurt er niets? Snel door naar de volgende stek.
Op de middelgrote wateren loont het ook absoluut de moeite om de wat saaier ogende stukken van het water af te vissen. Een meanderend stuk van de rivier kan echt heel goed vis herbergen, ook al ziet het er op het eerste gezicht niet interessant uit. Deze stukken vissen we wel wat vlotter uit. Een worp recht naar de overkant en een worp kort langs de kant, in de richting die je op vist. Vervolgens vijf of tien meter opschuiven en weer hetzelfde herhalen. Uiteraard zijn ook de eerder beschreven hotspots de moeite op dit soort wateren.
===============================
VANUIT DE BELLYBOAT
Deze visserij kan je goed vanaf de kant beoefenen. Maar vanuit de bellyboat kan het ook. Vanuit de bellyboat kan je zelfs stekken bereiken die je vanaf de kant niet kan aanwerpen. Bijvoorbeeld sterk begroeide oevers of stukken afgelegen water. Met de bellyboat kan je prima meters maken. Denk er wel aan dat je ook weer terug moet en dat je niet overal de kant op kan door beschoeiing en kadermuurtjes.
================================
Sterk en agressief…
Meters maken
Vis verplaatst zich gedurende de zomer en zelfs gedurende de dag vaak over de rivier. Om die reden kan het echt lonen om je meters te maken, ook wanneer het niet loopt met de vangsten. Het gebeurt vaak dat je na enkele honderden meters opeens een traject tegenkomt waar een hoop vis bij elkaar ligt.
Ook zijn er dagen dat je om de 50 meter een groepje vissen bij elkaar vindt. Het kan dan dus zeker succesvol zijn wanneer je een vis vangt, om die stek nog even beter uit te werpen. Ook bij het hoppen van hotspot naar hotspot. Wanneer er één ligt dan zijn het er bijna zeker meer.
Heb je op een stek meerdere vissen gevangen en het valt plotseling stil? Wissel dan van kunstaas of switch naar een hele andere techniek. Snoekbaarzen hebben het spelletje soms snel door wanneer er meerdere op een klein stukje water liggen. Het kan bijvoorbeeld goed zijn om alleen een ander kleurtje kunstaas te pakken, maar ook bijvoorbeeld downsizen of juist upsizen kan dan toch nog een visje extra opleveren.
Onze favoriete zomersnoekbaarsaasjes voor kleinschalig en ondiep water.
Snoekbaars kun je op een hoop verschillende manieren vangen. Maar niet alle technieken die je gewend bent zijn altijd even effectief op deze kleinere wateren. Zo heeft het weinig zin om met een shad op een zware jighead te gaan gooien, zoals je soms op een grote rivier zou doen. Op de vaak ondiepe stekken zijn er een aantal technieken die er voor ons bovenuit springen.
De shad is bij velen favoriet…
Klassieke shad op een jighead
Het vissen met een shad op een jighead werkt en zal ook altijd goed blijven werken. Wel is het op ondiepe wateren erg belangrijk dat je deze aasjes vist met een zo licht mogelijke jighead. Het allerbelangrijkste is namelijk dat je kunstaas echt een mooie zweefvlucht kan maken. Op deze kleine watertjes valt je kunstaas snel op, en met zo’n lange zweefvlucht kun je de vis super goed echt over de streep trekken.
Om die reden vissen we eigenlijk altijd met schoepstaartshads op jigheads. V-staarten werken ook, maar daarmee is een goede zweefvlucht moeilijker. Onze favoriete aasjes zijn niet te groot, 3 tot 5 inch (7,5 tot 12,5 cm). In de vroege zomer is aasvis vaak niet heel groot, waardoor je ook met kleine aasjes forse vissen kunt vangen. Een tungsten jighead van 3,5 of 5 gram is meestal meer dan voldoende. Wel belangrijk dat er een scherpe en ook sterke haak op zit. Grote snoekbaars is goed in haken uitbuigen, want de haak moet echt stevig gezet worden bij een aanbeet.
============
ZWEEFVLUCHT
Actie geven in het kunstaas doen we door middel van de molen. De hengel blijft altijd in een hoek van ongeveer 45 graden met de lijn, waardoor je altijd de haak goed kunt zetten. Met de molen draai je een paar slagen, waardoor het aas in beweging omhoog komt. De shad maakt nu, onder een strakke lijn, een mooie zweefvlucht. Direct na de landing op de bodem kun je dit weer herhalen. Aanbeten komen bijna altijd tijdens de laatste fase van de zweefvlucht. Soms heb je momenten dat het grootste deel van de aanbeten komt wanneer de shad op de bodem is geland. Op die momenten kan het lonen om de shad na landing elke keer 1 à 2 seconden lang op de bodem te laten staan.
==============
Hotspots ‘uitpielen’…
Dropshot
Vis je echt de hotspots uit zoals bruggen en sluisjes en dergelijke, dan werkt het vaak beter om iets trager te vissen dan met de shad op een jighead. Dit soort stekken wil je iets beter ‘uitpielen’ dan een wat monotoner stuk. Dit doen wij graag met een dropshot-montage. Een voordeel van de dropshot is dat je hiermee op echt ondiep water, zeg 1 tot 1,5 meter, veel secuurder kunt vissen dan met een jighead. Ook is het vaak zo dat wanneer je zelf onder een lage brug staat of gooit, je niet met de hengel omhoog kunt vissen. Ook dan kan een dropshotmontage een voordeel zijn. Zorg dan wel dat de haak zeker 50 centimeter boven het gewichtje geplaatst is.
In de vroege zomer kiezen wij graag voor een vrij fors kunstaasje op de dropshot. V-staarten en slugs van 5 tot 6 inch (12,5 tot 15 cm) zijn een prima keuze. Liefst lekker felle kleuren zoals chartreuse of roze. Snoekbaars valt deze ‘gewichtsloze’ aasjes bijna altijd super hard aan, waardoor een stinger absoluut niet nodig is. Deze zou de vis alleen maar meer beschadigen. Daarnaast vallen ze het aasje meestal bij de kop, precies daar waar de haak zit, aan.
Overige technieken
Naast de twee bovenstaande technieken zijn er twee types kunstaasjes die we ook wel eens willen toepassen. De eerste is de twitchbait, die erg geschikt kan zijn om grote delen van een water af te vissen of op momenten dat de snoekbaarzen zich in iets hogere waterlagen ophouden. De ratels in een twitchbait trekken snel de aandacht waardoor je snel water kan bestrijken. Belangrijk is dat je vist met een zogenaamde suspenderende (zwevende) twitchbait, die vrij lang in de ‘strike zone’ kan blijven hangen.
Als laatste vissen wij zo nu en dan met een soft swimbait of soft jerkbait. Deze gebruiken we met name op ondiepe stekken en hotspots, wanneer je al enkele vissen hebt gevangen met een andere techniek. Na een paar vissen is het vaak over met de actie terwijl er nog wel meerdere snoekbaarzen liggen. Wanneer het stilvalt met de dropshot of jighead, werkt een soft swimbait of soft jerkbait vaak uitzonderlijk goed om nog een of meerdere vissen over de streep te trekken. En het zal niet de eerste keer zijn dat dit juist de grootste vissen zijn!
Vol over de soft swimbait heen.
===============
Stek niet kapot vissen
Wanneer je op een kleinschalig watertje een hotspot gevonden hebt, is de kans groot dat je zo’n stek snel “kapot” vist. Vis je meerdere keren in een korte periode op zo’n stek, dan hebben de vissen het snel door en zal je ze de rest van de zomer niet meer vangen. Juist deze stekken zijn kwetsbaar, en kun je dus beter niet al te vaak bevissen. Vis de stek een keer goed uit, en wacht dan minimaal een of twee weken tot je weer terugkeert. Dit geeft je tegelijk meer tijd om op zoek te gaan naar nieuwe hotspots, want niets is leuker dan zelf een nieuwe topstek ontdekken!
=================
Materiaal
Omdat we op ondiep water vissen, hebben we geen hele zware snoekbaarshengel nodig die je gewend bent te gebruiken op de grote rivieren bijvoorbeeld. We vissen juist met licht kunstaas en vrij subtiel, waardoor je veel fijner met een lichtere hengel kunt vissen. Het is wel super belangrijk dat de hengel een strakke actie heeft en een redelijk stevige ruggengraat om de haak goed te kunnen zetten op een grote snoekbaars.
Onze favoriete hengel voor deze visserij is de St. Croix Legend Xtreme 7.6 ft Medium Light Extra Fast. Deze hengel van ongeveer 2,30m lang is perfect voor het vissen van kunstaas tot een gram of 20. Je kunt hiermee prima vissen tot 30 meter afstand, wat op de kleinschalige wateren altijd genoeg is. Een zwaardere of langere hengel is dus absoluut niet nodig.
Als molen is een formaatje 1000 of 2500 genoeg, gevuld met een 10/00 of 12/00 gevlochten hoofdlijn. Dunnere hoofdlijn kan, maar bij de aanbeet en het aanslaan kan er een hoop kracht op komen te staan wanneer je een grote snoekbaars haakt. Omdat je op ondiep water en korte afstanden vist, zijn er weinig voordelen aan een dunnere lijn. Als laatste onderdeel van de setup volgt een nylon of fluorocarbon voorslag van pakweg 3 meter lang en 35/00 mm dik. Onze favoriete molens zijn de Revo MGXtreme en Revo Ike van Abo Garcia, in het 20-formaat. De lijn die wij het liefst gebruiken is de Spiderwire Stealth Smooth 8.
Licht kunstaas en subtiele visserij vragen om licht materiaal.
Klein, maar oh zo fijn…
Onze ervaring is dat kleine wateren mooie schatten kunnen herbergen. Deze zomer gaan wij dus weer volop op ontdekkingstocht. Op jacht naar de ‘vergeten snoekbaarzen’ in de talrijke weteringen, vaarten, kanalen en kleine rivieren van Nederland. Zomervisserij op zijn best!
Zomervisserij op zijn best!