Wanneer de R in de maand komt begint ons snoekhart harder te kloppen. De temperatuur vindt zijn weg naar beneden en de lichturen worden beetje bij beetje minder. De grote migratie van aasvissen komt langzaam op gang naar de winterspots. Voor ons de tijd om met doodaas achter de metersnoeken aan te gaan!
Tekst & foto’s: Sebastiaan Barendrecht en Jelle Kalter
Dat scholen van de aasvis op de winterstekken kan, zeker gezien vanaf september, enige tijd duren. Tot die tijd is het bepalen van de route en mogelijkheid om de snoeken die als ware wolven achter deze aasvis aangaan op te vangen. Hier is een redelijke waterkennis en doorzettingsvermogen voor nodig. De vissen kunnen overal zijn, zeker op groot water, en zich gedurende korte tijd over flinke afstanden verplaatsen. Het zal je verbazen wat een school aasvis soms aan afstand aflegt gedurende een etmaal.
ZOEKEN NAAR HOTSPOTS EN ROUTES
Havens zijn al jaar en dag een ware magneet voor aasvis in de koudere maanden en dat weten de snoeken maar ondertussen veel vissers ook! Nou zijn we niet mensenschuw, maar hechten wel waarde aan rust en ontspanning. Zodoende ga je ‘pionieren’ en word je met je aanpak steeds doordachter en creatiever. Waar gaat de snoek heen? Wat is de hotspot als het om aasvis gaat? En misschien wel het belangrijkste onderdeel… wat is de route daar naar toe? Wanneer je de zwemroute in kaart hebt gebracht dan geeft dat je enorm veel ruimte en mogelijkheden om je slag te kunnen slaan. Volg de vis of heb geduld tot ze passeren. Snoeken komen vaak met vlagen en zijn, als je de specifieke ‘einzelgängers’ niet meetelt, groepsdieren. Onze ervaring heeft wel geleerd dat de grootste vissen vaak de solisten zijn in dit spelletje. Zo sloegen we met regelmaat de plank mis en moesten we het doen met één aanbeet op 24 uur, maar dat resulteerde wel in 120+ cm vis. Juist de taaie dagen lijken de juiste formule voor een vis van dat kaliber. Dus een kleine tip: verkas niet te snel, heb geduld en wees bereid een stek van begin tot eind de kans te geven, sit and hit!
Nu is onze stekkennis met de jaren met vallen, opstaan en de nodige blanks gegroeid. Rome is ook niet op een dag gebouwd en als je de vruchten wilt plukken dan moet je ook bereid zijn om te planten. Het gebruik van onze Deeper fish finder heeft daarbij flink geholpen, net als een markerhengel. We hebben talloze uren gespendeerd aan het in kaart brengen van de onderwaterwereld. Mosselbedden zijn naar onze mening een sleutel tot succes. Een talud is vaak ook interessant. Iedere vis hanteert een guideline of een route om te komen waar ze willen en daarom trekken de vissen vaak langs een talud. Let ook op hardheid, hoe harder de grond, hoe groter de vondst! Doodaas vissen is vaak een waiting game. Geef niet te snel op en wees bereid je uurtjes te maken. Een dag zonder vangst is hoe dan ook geen verloren dag wanneer je bereid bent ervan te leren.
Wil je beginnen met het vissen met doodaas of jezelf verder specialiseren in deze visserij? Neem eens een kijkje op social media, hierin vind je gevorderde vissers die veelal met hun vangsten een tactiek en materiaal tonen. Type wat je wilt weten bijvoorbeeld eens in op Youtube, maak je keuze en ga er lekker voor zitten. Met de komst van de Waterwolf zijn er talloze onderwaterbeelden opgedoken van hoe de snoek zich gedraagt, zowel als het gaat om de doodaasvisserij als dat met kunstaas. Als laatste tip: doe jezelf tegoed aan een stuk leesvoer en koop een blad. Hierin wordt met passie en liefde omschreven hoe iemand zijn visserij beleeft en vorm geeft. Heel leerzaam vaak!
MATERIAAL
Materiaalkeuze is iets dat voor ons enorm van belang is. Buiten dat we als mens wel eens een foutje maken, mag dit niet gebeuren wanneer het aankomt op ons gereedschap.
Hengel: Wij vissen met speciale doodaashengels: de Shimano Purist Pike hengels, die helaas niet meer in de handel zijn. Over de Patriot doodaashengels horen wij ook goede berichten. Ander opties zijn karperhengels of zwaardere spinhengels van 300 tot 360 cm met een werpgewicht van 100 gram+. Zorg in ieder geval dat deze stevig genoeg zijn voor het zetten van de haak. Met een heel parabolische hengel kom je op de kleinere vaarten hier nog wel mee weg. Ga je echter op wat grotere afstanden vissen, dan is de kans zeer groot dat je de haak niet goed kunt zetten in de toch al harde bek van de snoek, met de nodige lossers en frustratie als resultaat.
Werpmolen: Over de werpmolens kunnen we vrij kort over zijn, deze is in de statische visserij wat minder belangrijk. Een karpermolen met een goede slip en voldoende lijncapaciteit voldoet eigenlijk in alle gevallen. Of dit nu een vrijloop variant is of niet.
Lijn: De laatste jaren is het in het roofviswereldje een must geworden om met gevlochten lijnen te vissen. In onze statische bodemvisserij met doodaas doen wij dit juist niet. De bodem is vaak bezaaid met mosselbedden, stenen en andere scherpen voorwerpen en daarom vissen wij liever met nylon, omdat deze een stuk schuurbestendiger is dan een gevlochten lijn. Je wilt namelijk niet mee maken dat, wanneer die verlossende aanbeet komt, je alles afslaat en er een snoek met een set dreggen rondzwemt. Wij gebruiken 35/00 Shimano Technium of Bullet Mono van Nash, die hebben beide relatief weinig rek. Waar nodig knopen we als extra zekerheid er nog een dikke snagleader van PB aan.
Wakers: Wij zien vaak berichten voorbij komen dat mensen zonder wakers vissen óf vissen met karperswingers/-hangers. Wij vissen liever met ‘Pike Swingers’ van Fox, die speciaal ontwikkeld zijn om met een open beugel te vissen. Op het moment dat de snoek je aas pakt en begint met zwemmen, zal de swinger direct van je lijn afvallen en ondervindt de snoek geen extra weerstand. Wanneer een snoek teveel weerstand voelt, is de kans vrij groot dat hij of zij het aas zal loslaten, zeker bij (grote) snoeken die het klappen van de zweep wel kennen.
TAKELS
Dit is de laatste en tevens een hele belangrijke schakel in de voor ons onbreekbare ketting. Even terug naar het verleden: wij zijn van mening dat wanneer je iets goed wilt doen, je het beste zelf de regie in handen kunt nemen. Voor de tijd van de hoogwaardige kant en klaar takels maakten wij onze takels volledig zelf en dat doen we nog steeds. 49 Strand Wire van Fox, maar ook de Dam Effzet Coated Core 49 zijn onze favorieten. Belangrijk is dat het soepel en sterk is. Een trekkracht van minimaal 11 kg, maar liever 18 kg (40 lbs). Wij maken onze takels zo’n 80 cm lang. Dat lijkt misschien wat lang, maar wij kiezen altijd voor veilig… zeker als het aankomt op de grote dames!
Formaat dreggen? Wat ons is opgevallen dat groter niet altijd beter hoeft te zijn. Voorheen behoorde haakmaat 4 tot onze favoriet, inmiddels zijn we een stap kleiner gegaan en weten wij met een haak maat 6 of zelfs 8 enorm goede resultaten te behalen. Zorg wel voor X-strong trebles! Dit soort type dreggen zijn van meerdere merken verkrijgbaar.
STATISCHE BODEMMONTAGE
Wij vissen meestal op de bodem met een vrij schuivende loodmontage, aan het einde voorzien van een quick release swivel, waar de onderlijn heel snel en simpel aan wordt bevestigd. Deze is uitermate geschikt tijdens het op- en aftuigen, maar ook tijdens een vangst, omdat het gedoe met een hengel en landingsnet in twee handen voorkomen kan worden en dus beide handen vrij zijn voor de vis in het net.
Een bufferbead beschermt de knoop tijdens de worp of dril. Het loodgewicht nemen we zeker niet al te licht! Minimaal 75 gram. Waarom? Omdat ons lood enigszins als een anker moet functioneren. Bij een lager gewicht is de kans groot dat het loodgewicht gaat schuiven en wordt meegenomen door de snoek, met als gevolg extra weerstand.
Bij een aanbeet wachten we niet te lang. Breng de lijn op spanning totdat je gewicht voelt op de top, dan is het een kwestie van de haak zetten.
AASKEUZE
Bij het kiezen van doodaas voel je je soms als een kind in een snoepwinkel, allerlei verschillende soorten smaken en kies maar eens hetgene wat de snoek die dag graag op het menu heeft. Je bent als visser al snel geneigd om terug te vallen op oude succesformules. Dit is vaak waar de schoen wringt hebben wij door de jaren heen gemerkt. Wanneer jij de ene week goed vangt op makreel, hoeft dit zeker nog niet te betekenen dat dit de volgende week weer hetzelfde is.
Wat wij eigenlijk altijd doen is blanco beginnen. Op het moment dat wij met drie hengels vissen presenteren wij deze in het begin altijd met drie verschillende soorten aas. Slim is om te beginnen met een voorn, die staat bij iedere snoek van nature op het menu. Daarnaast kiezen we meestal voor een extreem vette, stinkende vis, zoals een haring of sardine. Op de derde hengel een aasvis met wat meer stevigheid en kleur zoals een makreel of horsmakreel. Zo merk je vrij snel wat de snoek die dag het liefst op het menu heeft staan. Merk je na een aantal uren dat de makreel in trek is, dan switchen wij vrij snel over naar makreel op meerdere hengels. Wij hebben in de loop der jaren zeker gemerkt dat dit je meer vis op gaat leveren.
De kwaliteit, en met name de versheid van je aasvis is een onderdeel waar vaak te gemakkelijk over wordt gedacht. De aasvissen waar wij mee vissen zijn van Prebaits. Deze aasvissen zijn werkelijk kakelvers en goed gevacumeerd, zodat ze lang vers blijven. Op onderwaterbeelden zie je vaak hoe kieskeurig met name grote snoek wel niet kan zijn. Urenlang draait de snoek om het aas heen voordat deze besluit hem wel of niet te verorberen. Wij zijn van mening dat kakelverse aasvis de snoek vaak net wat sneller over de streep trekt dan een uitgedroogde aasvis die al een flinke tijd in je vriezer heeft liggen uitdrogen.
Het gebruik van additieven zoals baitsprays of visoliën wil ook nog wel eens een doorslag geven, maar overdrijf niet! Hierbij houden wij de regel aan dat we het vaak met één hengel toepassen en proberen of het die dag toevallig wel of niet in de smaak valt.
VOORVOEREN/BIJVOEREN
Er bestaan allerlei verhalen dat voorvoeren op snoek niet heel veel nut heeft. Dit is deels waar. Voer je op plekken waar de vis op dat moment niet aanwezig is, dan moet je niet verwachten dat je ze wel even naar de stek lokt. Maar voer jij een aantal dagen van te voren op een stek waar ze wel in de buurt liggen, dan ga je hier zeker profijt van hebben. Snoek is gek op een gemakkelijke hap, zeker in de wat koudere maanden. Daarbij is het zo dat ze van nature niet gewend zijn om zoute, vette vis te eten, zoals makreel en sardine. Op het moment dat je de vissen laat wennen aan deze aassoorten, zal het vertrouwen toenemen en ga je daar zeker je winst uit halen.
Wij hebben vaak gemerkt dat wanneer we een aantal dagen van te voren voerden, we op de visdag zelf de stukken vis nog in de keel van de snoek aantroffen of in de buik voelden zitten.
Bijvoeren op het moment dat je aan het vissen bent doen wij eigenlijk altijd. We snijden dan een aantal aasvissen (vier of vijf over drie hengels verspreid) in stukken en voeren deze door middel van een spomb over het gebied waar onze aasvissen liggen. Hierdoor verspreid je vrij veel geursporen, in verschillende lagen van het water, waardoor de snoeken die in de buurt liggen sneller op onderzoek zullen uitgaan. Wanneer ze dan een mooi stuk vis zien liggen, tussen al die kleine stukjes aasvis weten ze die maar wat graag er tussen uit te pikken.
NACHTVISSEN
Zoals de laatste jaren wel uit de pelagische visserij is gebleken, zijn juist de grotere snoeken ook ‘s nachts erg actief. Vooral op de wateren waar overdag veel gevist wordt, zijn het vooral de grotere vissen die ‘s nachts meer vertrouwen hebben gekregen om azen. Ook wij gaan er vaak in het donker op uit om deze vissen te proberen te strikken. De echte aantallen vangen we vaak niet in de nacht, maar wel vaak de betere vissen. Zorg wel dat je vist met beetmelders met een goede sounderbox en reageert bij het minste wat je hoort. Zorg dat je niet te ver bij je hengels vandaan zit of ligt. Wanneer je een vaste slaper bent en niet gemakkelijk wakker wordt, is dit misschien niks voor jou. Het is zeer belangrijk dat je snel reageert om een te ver ingeslikte haak te voorkomen. Zorg verder voor een goede hoofdlamp en als je nog niet een heel ervaren snoekvisser bent, raden we je aan om niet in je eentje in het donker op pad te gaan.
FISH CARE
Onze inzet heeft geleid tot het realiseren van een aanbeet en de vangst is niet ver bij ons vandaan. Het voelt als een goede vis en deze willen we zeker niet verspelen! De snoek draait op haar flank en het gevecht is bijna gewonnen en nu? Het gebruik van een groot rubber (gecoat) landingsnet met een lange steel is haast onmisbaar, zeker bij de grote dames! De vis is in het net en wordt vervolgens snel ontdaan van de hoofdlijn door middel van de quick release swivel. Dit biedt ons meer bewegingsvrijheid om de vangst naar de onthaakmat of beter nog cradle te dragen. Hier ontdoen wij de vis van de takel en houden daarbij een onthaaktang en kniptang bij de hand. Hoe hardt we ons best ook doen, soms is de vis zo gulzig dat het slikken van een dreg niet kan worden voorkomen. TIP: breng geen spanning op de takel wanneer dit gebeurd is! Neem de vis in de kieuwgreep en knip indien mogelijk de haakpunten van de dreg door of zo ver mogelijk je takel wanneer de dreg niet zichtbaar is. Houd een emmer water bij de hand en zorg dat de vis goed nat blijft, zeker tijdens de koude dagen is dit enorm van belang. Fotografeer de vis veilig, boven de mat en maak gebruik van de kieuwgreep of karperperspectief.
Het statisch vissen op snoek is niet altijd even gemakkelijk, maar de beloning kan met de nodige inzet groot en zwaar zijn. En vergeet één ding niet… geniet van elke vangst ook al is die niet van jou maar van een vismaat!
Dit is een artikel uit Beet 1 van januari 2021. Wil je direct op de hoogte blijven van de nieuwste technieken en materialen, neem dan een abonnement op Beet Magazine! Alle informatie is te vinden op: https://shop.beet.nl/category/abonnementen/.