Mijn basisschoolmeester Maarten gaf het sein dat we het klaslokaal mochten verlaten. Al pratend pakten mijn vriendje Lars en ik onze jassen van de kapstok en daalden we de trappen van het Amsterdamse pand af, waar mijn moeder ons stond op te wachten. Ze was in gesprek, dus renden Lars en ik naar het grasveldje aan de gracht van de Reijnier Vinkeleskade. Daar zagen we vrijwel meteen vier grote, donkere schimmen in het water zwemmen. Karpers! Die herkenden we meteen, want we visten wel eens op ze in een slootje vlak bij mijn huis. Deze waren alleen wel een heel stuk groter! Het was mijn eerste kennismaking met ze in Amsterdam. Het zou echter nog heel wat jaren duren voor ik serieus in de stad ging vissen!
Door Boudewijn Margadant
Vissen deed je natuurlijk ook in de natuur! Verstopt in struiken, bos of in de polder; verwonderend, de natuur opsnuivend en zo nu en dan een vis drillen. Dat werd ons ook ingegeven door de sfeervolle, Engelse films en boeken. De acteurs en auteurs zogen je in hun avonturen mee. Zo hoorde vissen te zijn. Zelf beleefde ik ontelbare avonturen aan en op de vele sloten, plassen, meren en kanalen in en rond Amsterdam. Er was nog zoveel te ontdekken en te leren en natuurlijk is er ook nog meer buiten het vissen! Kortom, het centrum met zijn historische grachten was niet echt in beeld.
PLAAGSTOOTJES
Toch deelde de grachtengordel zo nu en dan plaagstootjes uit, vooral als ik weer eens met hun bewoners oog in oog stond. Zo was er bijvoorbeeld de keer dat ik op mijn 16e met twee stapmaten flink aangeschoten in een gracht bij het Leidseplein stond te piesen. Uit het donker kwam er opeens een karper in het licht van een lantaarnpaal zwemmen. Ik wees mijn pismaten er nog op, maar die hadden meer interesse in de hervatting van het zuipfestijn. Of de keer dat ik met mijn vriendin op een terras aan de Keizersgracht zat en er pardoes een dikke karper voor ons tafeltje uit het water kwam! Of toen ik na een nacht doorhalen in het eerste ochtendlicht een schooltje karpers zag zwemmen in een doodlopende gracht. Daar zaten een aantal dertigponders bij! Zo zijn er nog meer voorbeelden en werd ik door de jaren heen steeds weer geteased tot ik besloot er eindelijk eens echt te gaan vissen.
Lees het hele artikel NU online
Natuurlijk koos ik als beginpunt voor een plek waar ik vaker karper had zien zwemmen. Al vrij snel werd ik geconfronteerd met de eerste ongemakken die het vissen in de stad met zich mee brachten. Al kort na het maken van de worpen pikte een rondvaartboot mijn twee lijnen op, wat resulteerde in twee halflege spoelen. Na opnieuw ingeworpen te hebben, fietste er een vrouw over de achterkant van een van mijn hengels, haar evenwicht verloor en bijna tegen een Amsterdammertje aan reed. Een scheldkanonnade volgde – wie legt dan ook hengels deels op het fietspad?! En even later struikelde er een Franse toerist over een van mijn hengels die op de grond lagen. Het was duidelijk, er kwamen hier hele andere dingen bij het vissen kijken dan ik gewend was!
De daaropvolgende jaren viste ik ter afwisseling van mijn ‘normale visserij’ bij tijden in het centrum en ondanks dat ik best wat mooie karpers wist te vangen, hield ik het er nooit lang vol. Het was me er gewoon te druk. Uiteindelijk verdween mijn visserij hier helemaal naar de achtergrond en viste ik enkel nog wel eens buiten het centrum.
NIEUWE PRIKKEL
Het was een paar jaar later tijdens een wandeling op een zomerse middag door de stad dat mijn motivatie weer helemaal terugkwam. Ondanks de vele mooie afleidingen gleed mijn blik, zoals altijd eigenlijk, ook geregeld naar het water. En toen zag ik ze. Drie hele grote schubkarpers! Rustig chillend in de zon, in een ietwat afgelegen hoekje tussen wat woonboten. Hoe groot waren deze wel niet?! Conservatief geschat moesten er twee minimaal 40 pond zijn en eerder zwaarder. De ontdekking kwam precies op tijd, want het was al best wat weken dat ik het vissen wat minder leuk vond. Ik miste iets avontuurlijks en viste teveel op de automatische piloot en de uitkomst was vrij voorspelbaar geworden. Ik had een nieuwe prikkel nodig en die had ik nu gevonden!
Wouter was ook wel te porren voor wat ‘urban vissen’, dus zitten we op een kruising waar drie grachten samen komen, strategisch gekozen dus, met ook nog eens een bankje direct achter ons. Het water wordt werkelijk overstelpt door varende biertappen en bonkende basdeunen. Deftige sloepbezitters- en huurders varen er tussendoor. Meer dan eens wordt een botsing net wel of net niet voorkomen. Het moet een crime zijn voor de rondvaardbootschippers. Drank en bootje varen gaan niet samen, laat staan in combinatie met het gebrek aan vaarervaring. Het geeft ons in elk geval een hoop vermaak.
Niet lang na het maken van de worp gaat een van mijn hengels er vandoor. Omdat ik de rig van deze hengel onder een brug had gelegd, is de aanvangsfase er eentje van alles of niets. Ik win. De vis scheert naar rechts en ik loop gretig lijn opdraaiend mee. Tussen twee boten en de kademuur in toont de vis zijn kracht. Minutenlang is het meer geven dan nemen. Dan doemt alweer de volgende rondvaartboot op, gevolgd door twee sloepen. Hoog tijd om wat meer te forceren. Wouter staat al klaar met het net om de vis bij de eerste mogelijkheid veilig te stellen. Net als we denken een serieuze scheppoging te kunnen wagen, spurt de vis van ons weg, recht op de rondvaartboot af, nog geen 10 meter verderop. Met de hand op de spoel en de hengeltop in het water gooi ik alles wat ik heb in de strijd. Een meter of twee voor de boeg zien we een staart door het wateroppervlak klappen. Op het open achterdek draaien hoofden van de netjes uitgedoste heren en dames met champagne, rosé of prosecco in de hand naar het geluid. We zijn in beeld en meteen hebben we twee mobieltjes op ons gericht staan. Beroemd voor tien seconden op social media waarschijnlijk. Het was het laatste wapenfeit van de vis. Mokkend weet ik hem het net in te loodsen. Yes! Applaus uit de twee sloepen die de rondvaartboot volgden. ‘Heb je die hier gevangen?!’ ‘ Eet je hem op?’ ‘Wat is dat voor vis? Een snoek?’ ‘Nee joh, een brasem!’ Ook het echtpaar dat we in voorgaande avonden hebben leren kennen staat toe te kijken. Een mooie 24’er schub mag even snel op de foto.
Het blijft vervolgens te lang stil, maar we besluiten toch nog een uurtje langer te blijven. De vrouwelijke helft van het echtpaar komt uit het huis achter ons naar ons toe lopen met een schaal in haar handen. “Willen jullie ook wat? Ik heb genoeg gemaakt hoor. Mijn man zei er een biertje bij te doen, dat zouden jullie vast wel lusten. Kijk, daar staat ie”. Ze wijst naar een raam op de eerste verdieping. De man heft zijn wijnglas, knikt en lacht. De vrouw verwijdert de aluminiumfolie van de schaal en vier heerlijk geurende kippenbouten liggen netjes met wat stukken aardappel uitgestald. We durven niet te weigeren. Zo zie je maar weer waar wat uitleg en vriendelijkheid toe kunnen leiden!
Een kwartier voor opruimen is daar toch nog een aanbeet. Wouters linkerhengel komt tot leven, maar nog voor hij deze in zijn handen heeft, valt de boel weer slap. De voorslag blijkt gebroken. Gelukkig vissen we met een visveilig systeem.
MOBIELE VISSERIJ
In tegenstelling tot mijn vroegere jaren ben ik veel mobieler gaan vissen. Zo heb ik ook een goed evenwicht gevonden tussen de stadse drukte en hoe ik graag vis. Door mobiel te vissen kam ik ook nog eens een groter gebied uit, biedt elke plek nieuwe hoop en ben ik voortdurend in de weer. Als vervoermiddel gebruik ik een elektrische fiets. Zo kan ik snel en ook grotere afstanden afleggen en de kleinste straatjes door zonder teveel tijd te verliezen. Ook kan ik op deze manier overal vissen zonder belemmerd te worden door het gebrek aan parkeerplekken en, niet onbelangrijk tegenwoordig, de extreem hoge parkeerkosten! Momenteel is dit zeker € 6 tot € 7,50 per uur!
Bij aanvang voer ik meestal drie tot vijf plekken aan, afhankelijk van de tijd en energie die ik tot mijn beschikking heb. Het voer dat in het water ligt terwijl ik elders vis, werkt in de tussenliggende tijd dus al voor me. Net als bij penvissen! Ik vis die plekken dan elk zo’n één tot anderhalf uur af. Zitten ze er, dan krijg je binnen die tijd beet. Natuurlijk zul je soms ook te vroeg verkassen en dus een vis missen, maar die kwam dan zeer waarschijnlijk net aanzwemmen en hing niet in de buurt rond vanwege je voer. Vang je er eentje, dan zitten er hoogst waarschijnlijk meer en dan wil ik wel eens iets langer blijven hangen. Langdurig voorvoeren heeft mij nooit meer opgeleverd en dat is me dus de inspanning en het aas niet waard.
‘Carpy’ ogende stekken zijn er genoeg natuurlijk met de vele bruggen, boten, steigers en meerpalen. Desondanks laat ik de stek bepalen met hoeveel hengels ik verantwoord kan vissen. De ene keer is dat er eentje, de andere keer twee en soms zelfs drie. Wees zeker niet te hebberig!
ZONDER BEETMELDERS
Mede door het toerisme is er extreem veel waterverkeer en tegenwoordig bezitten ook steeds meer inwoners een boot. De pleziervaart is bij tijden dan ook echt ‘too much’ en dan zijn er ook nog waterfietsen, kano’s, suppers, watertaxi’s en rondvaartboten op het water! En nu de grachten veel schoner zijn dan vroeger, wordt er ook nog eens vaker gezwommen. Tussen dat alles zit jij dan te vissen! Vanzelfsprekend neemt dit wat af naarmate het kouder wordt. Ook op de kant is het lang niet altijd eenvoudig om je hengels veilig neer te zetten of te leggen. Aan de ene kant kunnen je hengeltoppen niet te ver uitsteken over het water en aan de andere kant wil je ook niet dat je hengels worden overreden door fietsers, scooters of auto’s. Of dat passanten struikelen over je hengels. Voetgangers zijn namelijk niet beducht voor vishengels die op de grond of zelfs op je glimmende rodpod liggen!
Onderwater is er, zoals iedereen wel weet, genoeg puin en obstakels te vinden die voor ons vissers en de vissen zelf nadelige gevolgen kunnen hebben. Het is dus belangrijk dat je je beoogde plekken voor het vissen goed uitpeilt! Gelukkig heeft het magneetvissen een grote vlucht genomen, waardoor er al een hoop afval rond bruggen uit het water wordt gehaald.
Mijn lijnen vis ik meestal semi-slap. Ik wil eigenlijk dat slechts de laatste meter over de bodem loopt en de rest erboven. Zo kan ik de meeste rommel op de bodem al mijden en lijnschuw zullen de vissen er niet snel zijn door de minimale hengeldruk. Wanneer ik in mijn eentje vis, gebruik ik meestal geen beetmelders en leg ik mijn hengels gewoon op de grond of stel ze schuin omhoog tegen een hek op. Een aanbeet zie je dan al doordat de lijn zich strekt voor de molenslip begint te lopen. Vis ik met iemand anders, dan haal ik de beetmelders tevoorschijn omdat ik dan vaker afgeleid ben.
De Amsterdamse grachten lijken op het eerste gezicht geweldig om met de pen te bevissen. Het wordt je echter heel lastig gemaakt door de scheepvaart en de bij tijden best pittige stroming. Daarnaast zijn er veel teveel leuke en vermakelijke afleidingen om je heen! Mensen spreken je ook vaak aan en er zijn er die het op je spullen hebben voorzien. Voor mij systeemhengels dus.
CAPPUCCINO KARPER
Een van mijn favoriete stekken ligt direct naast het terras van een café. De bediening kent me inmiddels wel en heeft er geen moeite mee als ik er vis. Dan onthouden ze je natuurlijk wel! Na mijn voerrondje heb ik bij aankomst een cappuccino besteld en mijn rigs een halve meter uit de kademuur laten zakken. Precies als alles naar tevredenheid in ligt, wordt mijn koffie geserveerd. Na een twintigtal minuten komt mijn lijn in beweging en begint de slip van de molen te lopen. Het blijkt een flinke brasem, daarvan zwemmen er zat. Onder het oog van enkele terrasbezoekers schep ik de vis. Op de kant worden wat foto’s met mobieltjes gemaakt, waarna ik de brasem in het net terug in het water laat zakken. Een nette omgang met de vis is nu nóg belangrijker voor het oog van de toeschouwers. Er zijn altijd mensen die argwanend meekijken! Een tweede cappuccino verder is het tijd om te verkassen naar de volgende plek. Hier vermaak ik me met een school harders die langs de kanten zwemmen. Zo’n 20 meter verderop zijn drie jonge roofvissers bezig. “Karper!” klinkt het plots luid met overslaande stem. Hij heeft er overduidelijk iets groots aan inderdaad. Even is er paniek onder het drietal. Als ik naar ze toe loop en de vis aan de oppervlakte draait, zie ik de shad duidelijk in de bek zitten. Een van hen rent naar zijn spullen. “Ik pak het schepnet, houd hem hoog!” De vis is echter te groot en niet te houden op het veel te lichte materiaal en als de vis onder de steiger door zwemt schiet de hengel recht. Het is een tafereel dat ik door de jaren heen toch best een aantal keer heb zien gebeuren! De karper had overigens ook nooit in het schepnetje gepast.
Even later komt een van mijn hengels tot leven. Ook karper! Al snel kijken het drietal en vier passanten toe hoe ik de vis tussen de palen en boten uit weet te drillen en niet veel later ligt de vis met behulp van een van de roofvissers veilig in de onthaakmat. Een pracht van een spiegel! Dat is een mooie opsteker na de twee voorgaande karperloze dagen!
ATTRACTIEF AAS
Als haakaas gebruik ik veelal attractieve boilies. In mijn geval Gluttony of Hit&Run van Dutch Bait Company. Ik vis instant en het aas moet dan ook zo aantrekkelijk mogelijk zijn. De Amsterdamse grachten bevatten echter ook een gigantisch witvisbestand, dus ik ga voor minimaal 20 mm en heb altijd wat 24 mm boilies bij me. Bovenop mijn haakaas monteer ik bijna altijd een nepmaisje in felle kleur of pop-up. Naast de attractie van de boilie wil ik namelijk ook een extra visuele prikkel hebben.
PUNT VAN AANDACHT
Zeker in een stad als Amsterdam, waar de waterwegen in open verbinding staan met zo ongeveer heel Nederland, is het een zoektocht om de vis te vinden. Bij tijden lijkt het zo vreselijk simpel, tot je dan tegen een periode aanloopt waarin er gewoon geen karper lijkt te huizen, waar je het ook probeert. Dat is ook de reden dat ik er een mobiele aanpak op na houd en ze zo al vissend probeer te vinden. Het leuke hieraan vind ik ook dat ik in alle stadsdelen terecht kom, elk met zijn eigen dynamiek. Het veiligheidsaspect is zeker ook een punt van aandacht. Er lopen toch flink wat louche figuren rond en vooral ’s nachts maak je soms de vreemdste dingen mee. Uitgaanspubliek en veel toeristen zijn onder invloed en daardoor soms ook onberekenbaar. Ook heb ik heb helaas meermaals moeten ondervinden hoe snel je spullen zijn verdwenen. Dit speelt een kleine rol in mijn beslissing om eigenlijk alleen overdag en/of in de avond te vissen. En waarom ’s nachts vissen als je ze overdag en in de avond even goed kunt vangen?! Wel pak ik graag de donkere uren mee omdat de sfeer in de stad me dan meer aanspreekt.
MATERIAAL & END TACKLE
Als hengel vis ik met 10 voet lange 3 lb hengels vanwege de vele obstakels waar ik ze van weg moet kunnen houden. Langere hengels zijn onhandiger te vervoeren op de fiets en zitten nogal eens in de weg op bepaalde stekken met wandelaars en fietsers om me heen. Als schepnet gebruik ik momenteel een net van PB Products met een super stevig frame en een relatief lange, eendelige steel. Met dit net kan ik net wat meer stekken bevissen, omdat ik bij hogere kades vissen veilig recht omhoog uit het water kan tillen. Het is alleen even goed opletten dat je dan geen oog van een fietser uitsteekt of een autoruit in tikt! Verder natuurlijk een goede, klein te vervoeren onthaakmat met opstaande randen. Een emmer met aas dat ook eventueel als stoeltje kan dienen. Hierin vervoer ik ook een buzzerbar met beetmelders, voor de keren of plekken dat ik die gebruik. De buzzerbar fixeer ik met een elastieken spin aan de brugleuning of ik zet deze in mijn emmer of klem deze tussen de emmer en het hengsel in. Als tas gebruik ik een zogenaamde EVA-tas met hardtop. Deze zijn compleet waterdicht, mocht het gaan regenen, en kan ik als tafeltje gebruiken. Wordt er regen verwacht, dan heb ik naast mijn regenpak altijd een gewone handparaplu mee.
Wat end-tackle betreft: voor mijn stadsvisserij hanteer ik het motto ‘liever lomp en dik, dan vis verspelen!’ Ik vis daarom met een hoofdlijn van 40/00 en een 20 tot 30 meter lange slijtvaste voorslag van rond de 60/00. Staat er stroming, dan kies ik voor een soepel onderlijnmateriaal met een semi-softe coating zoals Jelly Wire. Bij stilstaand water gaat mijn voorkeur altijd uit naar geheel soepel onderlijnmateriaal. Uiteraard vis ik met een systeem waarbij de vis bij onverhoopte lijnbreuk de voorslag en hoofdlijn kwijt zal raken.
Toploodjes gebruik ik liever niet, ondanks de scheepvaart. Ze zorgen ervoor dat je lijn over de bodem loopt, en dat vergroot juist in de grachten weer de kans op het in aanraking komen met allerhande vuil en puin. Ik vis daarom ook bijna altijd onder mijn eigen kant of maximaal in het midden.
Zeker in de warmere maanden maak ik veel gebruik van een sterke zaklamp of hoofdlamp om daar vis mee te zoeken. De vissen schrikken niet van dit licht doordat ze gewend zijn aan het vele kunstlicht en verkeer om hen heen. Zodra het iets rustiger wordt laten de vissen zich vaak genoeg aan de oppervlakte zien tussen lelies, bij bruggen, overhangende bomen en in rustige, smalle grachtjes.
DYNAMISCHE OMGEVING
Ook in de wintermaanden bevis ik de grachten. Deze periode is voor mij wel lastiger gebleken en meermaals heb ik na een flinke zoektocht de handdoek in de ring gegooid. De eerlijkheid gebied me wel te zeggen dat ik het nooit ’s nachts geprobeerd heb. Potentiële stekken zijn er genoeg, en misschien wel teveel, met alle bruggen, woonboten, palen, gebouwen en dergelijke en dat maakt het ook meteen best lastig om ze te vinden, zo is gebleken. Vind je een winterholding, dan is het vaak wel echt goed feest! Daar ligt dus zeker wel elk jaar een leuke uitdaging te wachten!
Na een twijfelachtig begin is de stadsvisserij wel echt onderdeel gaan uitmaken van mijn visserij. Ik moest er gewoon mijn weg in vinden. Het karperbestand is, zeker dankzij de uitzettingen, zeer gevarieerd geworden en het zal altijd een vraag blijven wat je zult kunnen haken. De mooie en leuke gebeurtenissen overstijgen de mindere aspecten van het stadsvissen ruimschoots. De omgeving is dynamisch en je weet nooit wat je aan en in de volgende gracht tegen komt! Door de jaren heen heb ik een leuke groep stadvissers leren kennen met wie ik ervaringen en kennis uitwissel. We zijn het er allemaal over eens dat het urban vissen nooit verveelt en garant staat voor nog vele avonturen.