Diep in de wouden van Latijns-Amerika groeit een boomsoort die in een tijdspanne van vijf jaar 20 meter hoog kan worden, bij een diameter van over de meter. Toch is zijn groeisnelheid niet de reden waarom deze plant zo beroemd is geworden: die eer komt toe aan het drijfvermogen van het hout dat eruit wordt gewonnen. We hebben het over de Ochroma pyramidale, beter bekend onder zijn naam: de balsaboom.
Tekst: Tom Sintobin, foto’s: Tom Sintobin, Igor Pagac & Volkmar Strikkers
Er was een tijd dat elke respectabele kunstaasvisser dweepte met dit materiaal. Het is wat op de achtergrond geraakt door hypermoderne kunststoffen, maar wat Igor Pagac betreft is het de hoogste tijd voor een revival. Op social media duiken de prachtige, handgemaakte kunstaasjes van deze sympathieke, jonge Serviër steeds vaker op, steevast in de bek van een roofvis met tandpijn. Omdat inmiddels ook de nodige Nederlandse en Belgische roofvissen de klos waren, leek het ons hoog tijd om Igor een keer te interviewen.
Igor, de voorspelbare vraag: hoe ben je begonnen met vissen?
“Ik vrees dat het antwoord ook vrij voorspelbaar is: doordat ik meeging met mijn vader. Ik zal toen een jaar of drie zijn geweest en we gingen naar een zandstrandje bij de Donau. Na verloop van tijd kreeg ik van mijn ouders een korte bamboehengel, waarmee ik met de dobber alvertjes kon belagen. Ik herinner me nog heel goed hoe ik als klein ventje een keertje heel erg schrok door water dat plots met veel lawaai opspatte: jagende roofblei. Het fenomeen intrigeerde me enorm en ik denk dat de kiem van mijn latere roofvisverslaving toen gezaaid werd. Toen ik tien jaar oud was, had ik het werpen met kunstaas al aardig onder de knie, zodat ik de roofbleien van de Donau niet meer alleen kon observeren, maar ook daadwerkelijk vangen. Ik struinde regelmatige de oevers af van een kanaaltje bij ons in de buurt, dat vol black bass bleek te zitten. Als kunstaas gebruikte ik destijds lepels of oude plugjes die ik van mijn grootvader had geërfd. Ik ving lang niet zulke grote aantallen als met de dobber, maar toch speelde de visserij op roofvis een steeds grotere rol in mijn leven. Werpend met shadjes op baars en snoekbaars, jerkbaiten op snoek, vliegvissen – ik vond alles leuk. Tegenwoordig ben ik me in toenemende mate op de visserij met oppervlaktekunstaas gaan concentreren, op roofblei, black bass en zeebaars. In de zomer doe ik zelfs niets anders meer.”
Hoe ben je ertoe gekomen om zelf kunstaas te bouwen?
“Als tiener kreeg ik een stapeltje hengelsportmagazines cadeau. Er stond een artikeltje in over Rapala pluggen met prachtige foto’s van vele kleurrijke kunstaasjes en tips over hoe je ze kon gebruiken. Ik liep tegen twee problemen aan: ze waren in mijn streek heel moeilijk verkrijgbaar en als ik ze in een winkel aantrof, bleken ze boven mijn jeugdige budget. Plan B was om met een stevig stuk hout, een mes en wat schuurpapier aan de slag te gaan. Gelukkig waren er in mijn dorp oudere en meer ervaren vissers die ook zelf kunstaas maakten. Hun advies was echt goud (hout?) waard; vooral het soort hout (niet te zwaar!) en de gewichtsverdeling bleken heel nauw te steken. Volgens mij is zelfgemaakt kunstaas soms beter dan wat je in de winkel kunt kopen, want je kunt een aas maken dat precies afgestemd is op een bepaalde plek. En het is ook een stuk goedkoper dan compulsief alles kopen wat je in de hengelsportzaak of op het internet aangeprezen ziet worden, in de eeuwige queeste naar ‘The One’ die altijd vangt.”
Balsa is jouw favoriete materiaal. Wat maakt het zo speciaal?
“Dat klopt helemaal! Na allerhande soorten hout te hebben uitgeprobeerd kwam ik bij balsa uit. Het is licht, gemakkelijk te bewerken, en last but not least: het heeft precies het goede drijfvermogen om een kunstaasje een mooie actie te geven. Ik weet dat de markt overspoeld wordt met plastic kunstaas, maar toch hecht ik heel erg aan die oude traditie van met de hand gemaakte houten aasjes. Ze hebben zoveel voordelen in mijn ogen. De actie is natuurlijker en ze maken geen geluid. Dat moet je niet onderschatten, want heel veel kunstaas vandaag de dag heeft ingebouwde ratels. Je moet ervaren roofvissers maar even vragen wat ze daarvan vinden… vissen die het klappen van de zweep al wat kennen, maken zich uit de vinnen als er weer zo’n lawaaierig ding aan komt zwemmen. Natuurlijk heeft kunststof ook voordelen. Ze zijn harder en gaan daardoor langer mee, al moet ik zeggen dat ik daarover nog nooit klachten heb gekregen van de gebruikers van mijn aasjes.”
“Er doen ook de nodige misvattingen over balsa de ronde. Een van de meest hardnekkige is dat balsa kunstaas te licht zou zijn om ver mee te kunnen werpen. Dat probleem heb ik opgelost toen ik in Frankrijk woonde en fanatiek op zeebaars viste. De golven en de wind daar waren perfecte leermeesters en uiteindelijk slaagde ik erin om een balsa kunstaas zo te ontwikkelen dat ik het ook in ongunstige omstandigheden richting horizon kan werpen. Het komt erop aan om alle variabelen precies juist te krijgen. Een goed werpend kunstaas is er eentje dat stabiel door de lucht vliegt en niet om zijn as begint te tollen, want dat kost vele meters. Ik laat me bij mijn werk dan ook graag inspireren door de aerodynamische vorm van sportwagens. En ik puzzel tot ik voor elke vorm de exacte plek heb gevonden waar het gewicht moet komen te zitten. Het interessante is dat ik daarbij nog altijd een beroep kan doen op de kennis die ik in mijn jeugd overgeleverd kreeg van de oudere vissers. De wetten van de fysica veranderen niet en moeten te allen tijde gerespecteerd worden, dat is mij wel duidelijk nu. De prototypes die ik maak worden daarna uitgebreid aan de tand gevoeld aan de waterkant. Ik voel me dan altijd heel uitgelaten, omdat ik nieuwsgierig ben naar de actie van mijn creatie. Ver werpen is namelijk één ding, maar de actie in het water is natuurlijk minstens zo belangrijk. Ik heb me gespecialiseerd in jerkbaits en oppervlaktekunstaas, dus streef ik vaak een mooi uitslaande ‘zigzag’ actie na.”
NIEUWSGIERIG GEWORDEN?
Wie nieuwsgierig is geworden naar het kunstaas van Igor, moet zeker een keertje op zijn Facebookpagina kijken: Igor’s Workshop. Aarzel niet om contact met hem op te nemen: hij is altijd nieuwsgierig naar wat andere mensen denken en kijkt er naar uit om je te leren kennen.
Wat was de eerste vis die je ooit ving op je zelfgemaakte kunstaas?
“Dat weet ik eerlijk gezegd niet meer, vreemd genoeg. Het was waarschijnlijk een snoek of een black bass. Wat ik me wel nog precies herinner, is het gevoel dat ik daarbij kreeg. Het was geweldig. Eindelijk de beloning voor mijn harde werken en mijn zelfvertrouwen kreeg een echte boost. Dat gevoel krijg ik ook vandaag de dag nog als ik een vis vang met een nieuw model. Het is een eenvoudige emotie, maar heel plezierig.”
“Het gebeurt natuurlijk soms wel dat ik niet diegene ben die de eerste vis vangt met een nieuw type. Ik heb in de loop der jaren namelijk een team van testvissers rond me verzameld en ik hecht heel erg aan hun adviezen, dus stuur ik ze regelmatig een prototype toe. Ik krijg steeds meer bestellingen en heb dus minder tijd over om zelf daadwerkelijk te vissen en ook pretendeer ik zeker niet een topvisser te zijn die van alle markten thuis is. Dat deze mensen vaak eerder zijn dan ik, vind ik niet erg. Het feit alleen al dat mijn kunstaasjes de hele wereld rondreizen maakt mij gelukkig, want in zekere zin reis ik mee. Ik kan urenlang genieten van de foto’s die mij toegestuurd worden van over de hele wereld. Mijn top-3 bestaat uit snakeheads uit Malaysia, golden dorado’s uit Argentinië en GT’s van Madagaskar, waarschijnlijk omdat dit voor mij echt exotische soorten zijn. Maar ook van Europese vangstfoto’s word ik blij. Zeebaars is een van mijn lievelingsvissen en toen bleek dat een model dat ik samen met een vriend ontwikkelde, The Dude, van meet af aan uitstekend ving, zat ik op een wolk.”
Welke plannen heb jij voor de toekomst?
“Ik wil me nog meer op oppervlaktekunstaas concentreren. Soms denk ik dat ik alles al geprobeerd heb, maar dat is natuurlijk niet zo. Zo speel ik met het idee om meerdelige topwaters te maken, om ze net dat tikkeltje meer actie te geven. En natuurlijk droom ik er ook van om meer te reizen. De Adriatische Zee is niet ver weg en puilt uit van de vissoorten die ik nog niet heb gevangen. Ook zou ik heel graag eens in het Amazonegebied vissen, want de peacock bass die vrienden van mij daar vingen op mijn kunstaas vond ik wel heel erg mooi. Ik wil ook wel eens meemaken hoe het voelt om een poosje in de jungle te vertoeven. En toch… ook al spreken deze wilde plannen me erg aan, toch is er iets waar ik nog elke dag met volle teugen van geniet en dat is het vissen op de grote roofbleien van de Donau waar het allemaal mee begon. Ook al heb ik het al zo vaak gedaan, het blijft me gelukkig maken. Elke keer wanneer ik een hengel in mijn handen neem en een kunstaasje in de speld hang, voel ik dat ik leef. Is dat niet wat alle vissers gemeenschappelijk hebben?”
VOLKMAR’S ERVARINGEN
Een van de bekendste Nederlandse gebruikers van Igors kunstaas is Volkmar Strikkers. Via Facebook kreeg hij plots een bericht van Igor: ‘Hallo Volkmar, ik heb veel over je gehoord en gelezen. Heb je interesse om een paar aasjes van mij te testen voor de roofblei? Ik ben op zoek naar goede feedback uit het veld.’ “Nu krijg ik wel vaker dergelijke verzoeken en ik ga lang niet op alles in, maar deze aasjes vielen gelijk op; het vakmanschap straalt er vanaf! Het balsahout is niet enkel gebruikt voor het drijfvermogen van de, in mijn geval, topwaters, maar dankzij de semi transparante afwerking tevens bepalend voor de ‘looks’. En die mogen er zijn! Een unieke uitstraling, met een keiharde laag epoxy.”
“Twee walk-the-dog aasjes, de Stick100 en Stick130, ga ik testen. Ik heb in eerste instantie zo mijn twijfels bij de werpafstand die ik met deze ultralichte aasjes zal behalen, maar de eerste worp brengt daar al verandering in. De Stick100 werpt écht als een kanon en laat zich zeer gemakkelijk en stabiel terug vissen, ook in hogere golfslag. Niet alleen ik ben te spreken over deze aasjes, ook de roofbleien zien ze graag. Spectaculaire oppervlakte-aanbeten resulteren tijdens enkele sessies in roofbleien van tot op een haar na 80 centimeter. Uniek, kwaliteit en met vangkracht, zo zou ik de aasjes van Igor willen omschrijven!”
Dit artikel is afkomstig uit Beet 3 van 2021. Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste technieken en materialen voor het kunstaasvissen, neem dan een abonnement op Beet. Een abonnement op Beet vind je hier: shop.beet.nl/category/abonnementen/.