BERTUS ROZEMEIJER – ‘Snoeken doe je vanuit een boot want alleen dat brengt snoek op.’ Als je wat rondkijkt op social media krijg je soms inderdaad de indruk dat dat waar is, want in veruit de meeste posts over snoek komt er een boot bij van pas. En die boten worden er per jaar niet kleiner en zeker niet goedkoper op. En toch is het flauwekul van de bovenste plank, volgens Bertus Rozemeijer. Snoeken vanaf de kant is in zijn ogen immers gewoon geweldig en brengt soms meer op dan het jagen op groenjassen vanuit een boot …
Eigenlijk ben je als kantvisser een stuk beter af dan wanneer je vanuit een boot vist. Zo’n boot laad je vol met materiaal. Een dikke handvol hengels en kisten vol met kunstaas, om nog maar te zwijgen over de hedendaagse trend om alle kanten van de boot vol te plakken met visvinders. Natuurlijk heb je ook een vismaat in de boot met net zo veel spullen, en voor je het weet kun je je kont niet meer keren.
Omdat je zoveel bij je hebt ga je om de haverklap van kunstaas wisselen, want ‘vorige keer was die blauwe zo goed!’ En als de ‘zo goed’ van de vorige keer niet wil, dan hang je dat nieuwe ding dat je gisteren gekocht hebt eraan. Jeetje, wat slepen we veel mee in die boten…
Intensief
Daar ga je als kantvisser niet mee sjouwen, want dan kom je niet ver. Een rugtas met wat kunstaas en een hengel is de basis. Je kunt een schepnet meenemen, maar wie een beetje ervaren is met het omgaan met snoek kan de vis vaak met de hand landen. Vaak, maar niet altijd, want soms zijn de kanten zo hoog of is de oever zo nat dat je onmogelijk bij je vis kunt komen. Dan is een goed net een essentieel onderdeel van je uitrusting en moet het dus mee.