In Nederland waren in 2022 meer dan 700 duizend actieve sportvissers aangesloten bij de georganiseerde sportvisserij door middel van vispassen. Door de coronabeperkingen is het aantal sportvissers significant toegenomen in 2020; in 2021 en 2022 is deze groei doorgezet.
Beschrijving
In Nederland bestaat voor de binnenwateren de wettelijke plicht om in bezit te zijn van een schriftelijke toestemming van de visrechthebbende voor het uitoefenen van de hengelsport. In 2007 is voor deze schriftelijke toestemming de landelijke VISpas geïntroduceerd als opvolger van de sportvisakte. Het visrecht op het overgrote deel van de Nederlandse binnenwateren ligt bij de georganiseerde sportvisserij (m.u.v. het aalrecht). De controle op het bezit van de VISpas wordt uitgevoerd door politie, buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) en verenigingscontroleurs. Het beoefenen van de zeesportvisserij is voor de meeste wateren vergunningvrij.
Aantal sportvissers
Nederland telde in 2022 bijna 716.000 aangesloten sportvissers en ruim 38.000 jeugdvissers. Het aantal sportvissers is vanaf 1990 vrij constant tot 2020. In 2020 nam het aantal geregistreerde sportvissers met ruim 17% toe. Door de coronabeperkingen zochten heel veel mensen hun ontspanning aan de waterkant door te gaan vissen. Na de beperkingen in 2021 en 2022 zette de groei door met resp. 1 en 1,5%, behalve bij de jeugd. Na een aanvankelijk sterke toename bij de jeugd met 47%, daalde het aantal jeugdige vissers in 2022 met 10% ten opzichte van 2021. Meestal zijn sportvissers aangesloten bij een lokale hengelsportvereniging. In 2022 waren in Nederland 726 hengelsportverenigingen actief. In 2020 waren dat nog 748 verenigingen.
Visserij- en visstandsbeheer
Sportvisserij heeft raakvlakken met natuur- en waterbeleid doordat ze afhankelijk zijn van een goede waterkwaliteit en visstand. De sportvisserijorganisatie is als visrechthebbende tevens verantwoordelijk voor de visserij en het visstandbeheer. Voor het beheer van het viswater worden visserij- en visstandbeheerplannen opgesteld. Sportvisserij Nederland heeft in 2019 en 2020 het functioneren van visstandbeheercommissies geëvalueerd. Slechts een klein aantal commissies is succesvol gebleken in een duurzaam visstandbeheer.
Effect op ecologie
Voor de sportvisserij wordt vaak vis uitgezet. Vroeger werden veel soorten voor de sportvisserij uitgezet, zoals baars, blankvoorn, karper, regenboogforel, bruine forel, barbeel, kopvoorn, rietvoorn, winde en snoekbaars. Dit gebeurde in allerlei oppervlaktewateren en soms in habitats waar ze van nature niet voorkomen of in hoge dichtheden. Ook veel exoten zijn hier gekomen omdat ze uitgezet zijn voor sportvissers, zoals de snoekbaars, bronforel, regenboogforel, grootkopkarper en zilverkarper. Het uitzetten van vissen, die niet van nature voorkomen, kan schadelijk zijn voor het ecosysteem. De laatste jaren is het aantal visuitzettingen sterk gedaald, met uitzondering van karperuitzettingen. Karpers kunnen zich in Nederland moeilijk voortplanten, met als gevolg een achteruitgang van het karperbestand. Maar ook karpers kunnen schade toebrengen aan het ecosysteem. Sportvisserij Nederland adviseert om in afgesloten visvijvers karpertjes uit te zetten en heeft daarvoor subsidie beschikbaar gesteld.
Sportvisserij draagt bij aan onderzoek naar verbetering van visstand en viswater, zoals bij de herintroductie van vissoorten (o.a. zeeforel, zalm, elft, steur) en de bescherming en ontwikkeling van visbestanden (o.a. haaien, roggen, paling, winde, snoek, snoekbaars, karper, brasem). Zo komen de gegevens over zoetwatervissen mede van Sportvisserij Nederland.
• Trend van zoetwatervissen, 1990-2021
Sportvissers hebben ook baat bij een goed ecosysteem, zodat de belangengroep zich inzet voor een betere vismigratie, visvriendelijke waterkrachtcentrales, onderzoek naar de ecologie van vissen en zijn betrokken bij verbetering van het Markermeer en IJsselmeer. Mede dankzij onderzoek en expertise vanuit de sportvisserij zijn de belangrijkste migratieknelpunten in kaart gebracht, worden vispassages aangelegd en vismigratie gemonitord.
• Migratiemogelijkheden voor trekvissen, 2022
Daarentegen voeren zij verschillende procedures om de beperking van sportvisserijmogelijkheden tegen te gaan. Zo verkondigde minister Schouten (LNV) in juli 2020 een visserijvrije zone van 250 meter aan bij alle migratievoorzieningen in de binnenwateren, omdat vissen hiermee een betere kans krijgen om vispassages te kunnen passeren. Na een politieke lobby van de sportvisserij nam een ruime meerderheid van de Tweede Kamer een motie aan die de regering verzoekt af te zien van deze visserijvrije zones voor de sportvisserij. De minister zal echter ongewijzigd invulling geven aan het voornemen om in 2022 tot de generieke instelling van alle visserijvrije zones voor alle vistuigen op migratiepunten over te gaan. Na de motie Lodders c.s. (Kamerstuk 33450, nr. 82) geeft minister Staghouwer in 2022 sportvisserij de ruimte om samen met de waterbeheerders voor categorieën van locaties met een onderbouwd voorstel te komen voor eventueel kleinere zones. Daarna zal de uitwerking in regelgeving starten, waarbij de inschatting is dat de visserijvrije zones voor alle locaties dan uiteindelijk per eind 2023 van kracht kunnen zijn.
Referenties
• Sportvisserij Nederland. Jaarverslag 2021
• Sportvisserij Nederland. Jaarverslag 2022
• Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 29 675, nr. 200
• Kamerbrief over beleid voor visserijvrije zones (VVZ’s)
Bron: https://www.clo.nl.