Kunstmatige riffen in de Waddenzee, gemaakt van afgedankte perenbomen, zitten na ruim een jaar onder water boordevol met zeeleven. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Jon Dickson van het NIOZ. “Na vier maanden zagen we al veel vissen en andere dieren rond het rif. Na zestien maanden is het nog veel rijker geworden”, zegt Dickson.
Door NIOZ Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee
Vervanging voor drijfhout
De experimentele, kunstmatige riffen zijn deels een vervanging voor het vele drijfhout dat in vroeger tijden in zee terechtkwam. “Voordat mensen de rivieren met dammen en dijken in het gareel brachten, voerden ze veel bomen af naar zee. Na een half jaar tot meer dan een jaar, zonken veel van die bomen naar de bodem. Daar zorgden ze voor structuur op en in de bodem”, zegt Dickson. “Dat natuurlijke drijfhout zie je nauwelijks meer. Maar onze experimentele riffen zijn ook een vervanging voor de uitgestrekte mossel- en oesterriffen die vroeger op de bodem van de Waddenzee voorkwamen. Door visserij, baggeractiviteiten en ook door ziekten zijn veel van die riffen, en daarmee de natuurlijke structuur die zij boden, verdwenen.”
Pragmatisch idee
Het gebruik van perenbomen als alternatief rif, was een pragmatisch idee van NIOZ-onderzoeker Tjeerd Bouma, vertelt Dickson. “Bij een fietstocht langs de boomgaarden zag hij hoe veel van die bomen aan het eind van hun economische levensduur worden gerooid. Daarmee zijn ze een goedkope bron van hout, dat in grote hoeveelheden beschikbaar is. Jaarlijks wordt in Nederland ongeveer 400 hectare laagstam fruitbomen gerooid.”
Monitoring van het zeeleven
Met blokken beton aan de voet, verdwenen 192 bomen, omgebouwd tot 32 ‘kunstriffen’, in 2022 in de Waddenzee. Met behulp van camera’s op de betonnen voeten, met fuiken en ook door enkele van die riffen op gezette tijden even naar boven te halen, controleren Dickson en collega’s hoeveel leven ze aantrekken. “En dat is gigantisch”, zegt hij onomwonden.
Opgegeten door vissen
“Toen we na vier maanden de eerste riffen omhoog haalden, zagen we onder andere veel zakpijpen op het hout groeien. Nu, na zestien maanden zijn veel van de kleine en middelgrote zakpijpen door ‘iets’, waarschijnlijk prederende vissen opgegeten. De overblijvers zijn heel groot geworden.
Viskotter
“Toen we de riffen even op het dek van de viskotter TX96 tilden, zagen we na zestien maanden ook enorme hoeveelheden botervisjes tussen de takken vandaan komen. Ook zaten er letterlijk duizenden eitjes van zeekatten in een rif. Deze kunstriffen zijn overduidelijke broedplaatsen voor vis en ook garnalen geworden en daarnaast vestigingsplaatsen voor ‘vaste bewoners’, zoals die zakpijpen en ook anemonen.”
Natuurlijk rif
De perenriffen zullen na verloop van tijd vanzelf verdwijnen. “Nu al zien we dat paalwormen het hout flink hebben aangetast. Maar als het meezit, zijn de bomen na enkele decennia zo vol gegroeid met rifbouwers zoals schelpdieren, dat er dan een natuurlijk rif achterblijft”, hoopt Dickson.
Helpen herstellen
De onderzoeker is erg opgetogen over de snelle resultaten die met deze kunstriffen worden bereikt. “Het is hoopgevend dat deze riffen in zo’n korte tijd zoveel biodiversiteit genereren. Het laat zien dat we het verlies aan biodiversiteit actief kunnen helpen herstellen. Het is ook goed mogelijk om deze experimenten te extrapoleren naar de Noordzee en misschien zelfs naar de oceanen, want ook daar zijn natuurlijke structuren zoals oesterriffen op grote schaal verdwenen.”
Tekst en foto’s: NIOZ (leadfoto: Jon Dickson met boomrif)