MARTIN KORNER – Op de laatste dag van maart komt opeens het besef: het seizoen zit erop. Voor een periode van twee maanden mogen we niet met kunstaas vissen. Waar de één lang uitgestelde klusjes in en om het huis gaat doen, schakelt de ander op andere vissoorten over. Maar voor je het weet zit de gesloten tijd erop en dan mogen we weer! Alleen wat dan? In dit artikel probeer ik een beeld te schetsen van hoe ik de opening van het seizoen aanpak.
Een vaste stelregel voor mij is om te beginnen waar ik geëindigd ben eind maart. Dit zijn de plekken waar de grote snoeken verbleven voor de paai. Elk jaar is het weer iets anders, maar het is zeker dat ze in het vroege voorjaar de ondiepten opzoeken om te paaien. Zeer grote kans dat de vissen nog in dat gebied rondhangen. Wat zijn dat dan voor soort plekken?
Denk vooral niet te klein, zeker niet op groot water. Bestudeer de waterkaarten om te zien waar vooral de grotere gebieden met ondiep water zijn. Is er geen waterkaart beschikbaar van jouw water, houd dan watervogels zoals zwanen in de gaten. Zij zijn namelijk naar hetzelfde opzoek: waterplanten!
Een belangrijk punt voor mij is dat er iets aan watervegetatie aanwezig is. Afhankelijk van de temperatuur kunnen dit oude planten van vorig jaar of nieuwe planten zijn. Die planten houden vis vast die er net gepaaid hebben of er komen voor voedsel. Een ander opvallend gegeven is dat deze plekken zich vlakbij dieper water bevinden. De snoeken komen van diep naar ondiep water om te jagen. Zaak is om uit te zoeken waar ze zich bevinden tijdens je visdag.
” Ik maak geen oneindige driften, maar probeer juist een groot gebied kleiner te maken
Aanpak 1: Driften
Vissend vanuit de boot maak ik graag driften over de interessante gebieden. Bij grote platen begin ik rond het talud (3 tot 6 meter) en werk zo naar het ondiepere water (1 tot 3 meter) toe. De boot wordt haaks op de wind gelegd en indien nodig bijgestuurd met de elektromotor. Op die manier kan een bepaald gebied nauwkeurig en zonder verstoring werpend worden afgevist. Een man schuin naar links en een man schuin naar rechts werpend. Zo dek je een groot oppervlak af met twee verschillende soorten kunstaas. Om de koers te bepalen maak ik gebruik van mijn waterkaart en GPS in de dieptemeter. Dit om systematisch een groot gebied uit te kunnen kammen.
De dieptemeter gebruik ik dus niet zozeer om vis of aasvis te vinden. Dat is voor mij nu niet nodig in deze periode van het jaar. Daarbij verwacht ik de meeste vis tussen de planten. Als de eerste drift gemaakt is wordt er besloten wat te doen. Het ligt eraan wat er in de drift is gebeurd.
Na een eerste drift:
- Heb je actie gekregen? (volgers of aanbeten)
- Op wat voor soort kunstaas was dit? (type, actie en kleur)
- In welk gedeelte was dit van de drift? (begin, midden of einde)
- Hoe diep was het daar? (talud, plaat)
- Ben je aasvis tegen gekomen? (witvis, baarzen)
- Heb je de waypoints aangedaan? (van eerdere grote vissen of structuren)
- Hoe zag het water eruit? (helder, troebel)
- Hoe laat is het? (bijtmoment)
- Is er stroming? (kan vis in beweging brengen)
- Hoe ziet de bodem eruit? (planten, structuur)
Dat is voor bij bepalend om dezelfde drift nogmaals te maken óf om 30 meter op te schuiven en het daar te herhalen. Aan de hand van je plotspoor is dit eenvoudig te zien op je dieptemeter. Tijdens de drift probeer ik dus zoveel mogelijk informatie te verzamelen. Op die manier kan ik in een korte tijd achterhalen wat werkt op dat moment. Ik maak geen oneindige driften, maar probeer juist een groot gebied kleiner te maken. Vervolgens ga ik me concentreren op die kleinere gebieden. Als je de bovenstaande vragen continu aan jezelf blijft stellen, zal je zien dat het eenvoudiger gaat worden om tot die gebieden te komen.
Aanpak 2: Trollen
Ik hou het meest van werpend vissen uit een driftende boot. Dat is voor mij de mooiste manier om op snoek te vissen. Maar wat nu als ik geen antwoorden krijg op de eerdergenoemde vragen? Kortom ik krijg niet genoeg informatie om een kleiner gebied te bewerken. Dan schakel ik over op trollen. Niet direct mijn geliefde manier van vissen, maar het kan je wel in een korte tijd veel informatie opleveren.
Begin weer op dieper water en werk naar het ondiepe toe. Als ik op 3 tot 6 meter begin zal ik zorgen dat ik het kunstaas zo ver mogelijk naar links, als naar rechts en van kort boven de bodem tot aan net onder het wateroppervlak laat lopen. Het kunstaas kan via plannerboards maximaal naar de buitenkanten worden gestuurd.
Vaak zie ik mensen met één formaat plannerboard alle formaten kunstaas vissen. Ik gebruik echter liever een kleiner board voor klein kunstaas en voor groot kunstaas een groter board. Dit omdat ik graag alles op elkaar afstem. Kleiner kunstaas vis ik aan een lichtere set voor een betere presentatie. En klein board trekt niet zwaar aan de hengel waardoor er voldoende kracht overblijft voor het zetten van de haak. Andersom geldt natuurlijk ook dat zwaar kunstaas aan een klein boardje niet goed naar buiten loopt en veel meer zal hangen in het water. Niet optimaal dus en daarom kan het lonen om het goed op elkaar af te stemmen.
” Tijdens een vertraging of versnelling in een bocht zal het kunstaas anders lopen en dat kan een volger soms tot bijten doen besluiten
Eenmaal op het ondiepe (1 tot 3 meter) schakel ik over naar ondiep lopend kunstaas. Daarbij zorg ik wel dat elk kunstaas net een andere actie of kleur heeft. Probeer tijdens het trollen ook te variëren met de snelheid en vaarrichting. Trol dus niet in rechte lijnen en met een constante snelheid. De grotere vissen zien dagelijks veel voorbijkomen en trappen er niet zomaar meer in. Tijdens een vertraging of versnelling in een bocht zal het kunstaas anders lopen en dat kan een volger soms tot bijten doen besluiten. Let wel op bij het variëren dat het kunstaas niet de bodem raakt. Zeker in de buitenste hengel met plannerboard is het moeilijk te zien als er vuil aan de haak zit.
Kies dus goed uit wat je eraan hangt. Tijdens het varen zorg ik er ook voor dat ik live de waterkaart overschrijf. Diverse merken hebben deze fantastische functie. Dit is een uiterst handige manier om je water nog gedetailleerder in kaart te brengen.
Een echte toevoeging voor mij is dat de dieptemeter door middel van kleuren laat zien hoe diep het er is en of er planten staan. Zo is het super eenvoudig om een gebied helemaal in te kleuren en zo de randen van de planten in kaart te brengen. Dat kan je weer in je voordeel gebruiken bij het zetten van je koers als je weer wil gaan driften bijvoorbeeld.
Selectie
Voor een beginnend kunstaasvisser kan het aanbod overweldigend zijn. Hoe bepaal je wat je moet gebruiken? Ik hou als stelregel dat iets fijn moet vissen in de omstandigheden van dat moment. Ik zal wat voorbeelden schetsen. Als ik drift dan doe ik dat het liefst niet te snel. Bij een langzame drift is de controle van de boot en het kunstaas optimaal. Maar het kan zijn dat er een stevige wind staat en dat je snel drift. Daarop moet je het kunstaas aanpassen.
Kies dan voor kunstaas dat je sneller kunt vissen zoals een spinner/spinnerbait, shad, werpstreamer of plug. Uitwerpen en binnen draaien is dan vaak al voldoende om genoeg actie in je kunstaas te brengen. Je zorgt daarbij ook dat je het kunstaas op snelheid binnen vist, zodat de boot je kunstaas niet inhaalt. Een snoek zal namelijk negen van de tien keer schrikken van de boot of van je schaduw in het water als je kunstaas bij de boot komt. Weg is dan je kans.
Misschien denk je waarom geen gebruik maken van een driftzak? Ik ben van mening dat een driftzak op ondiep water heel erg kan afschrikken. Denk maar eens als het 2 meter diep is en er komt een enorme driftzak van een meter hoog voorbij. De kans dat je een volger in een andere drift kan verleiden is dan wel afgenomen. Bij een rustige drift kan je kiezen voor een jerkbait, topwater of swimbait.
Kunstaas dat net even meer aandacht nodig heeft in de vorm van jerks, haaltjes en pauzes. Stem met je vismaat af wat voor soort kunstaas je eraan doet. Ga niet meteen met hetzelfde aasje aan de slag. Mijn vismaat en ik kiezen bewust voor een heel ander type en kleur om zo sneller antwoord te krijgen op de vragen. Pas als we overtuigd zijn dat een bepaald kunstaas dé vanger is voor die dag schakelen we beide over op hetzelfde kunstaas.
” Grote baarzen, snoekbaarzen en zelfs roofbleien zijn dan aangename verrassingen
In het begin van het seizoen is er veel klein aas aanwezig. Kunstaas van 10 tot 15 cm is doorgaans een prima uitgangspunt. Het leuke van dit formaat kunstaas is dat er gebruik kan worden gemaakt van lichter materiaal. Let wel, daarmee bedoel ik niet de lijnklasse. Deze moet minimaal in de 40/65lb range liggen.
Dit heeft er alles mee te maken dat het mogelijk moet zijn om een vis uit de planten te halen. Met een te dunne lijn is het onmogelijk om voldoende druk erop te zetten, vaak met breuk tot gevolg. Daarbij is de inzet van een spinhengel ook zeker mogelijk. Met dat kleinere aas komt het voor dat er bijvangsten zijn. Grote baarzen, snoekbaarzen en zelfs roofbleien zijn dan aangename verrassingen.
.Om wat meer te focussen op grotere vis en dus ook minder bijvangst, kan groter kunstaas (15 tot 30 cm) goed werken. Grote jerkbaits, spinners, swimbaits, shads en overig rubber laat zich goed vissen, zelfs over de planten heen. Kies daarbij de versies die het ondiepst lopen om zo toch in staat te zijn verre worpen te maken en het vrij van planten binnen te vissen. Een langere hengel van 8 of 9 ft kan je helpen het kunstaas goed te sturen, met als het nodig is de hengel schuin omhoog wijzend.
Onderschat onderwerp
Een vaak onderschat onderwerp tijdens het vissen is het gebruik van goede kleding. Afgelopen opening was er uitzonderlijk warm weer. De UV-intensiteit is hoog en dat kan schade opleveren. Naast een goede zonnebrand gebruik ik al jaren UV blokkerende kleding om niet te verbranden. Gewone shirts houden de schadelijke UV-straling niet tegen en zo kan je alsnog verbranden. Als er een verkoelend briesje staat heb je het veelal niet eens door dat je aan het verbranden bent. Kies daarom voor sneldrogende shirts met een UPF 30 of 50 rating.
” Met een aantal basisprincipes moet het mogelijk zijn om meteen goed uit de startblokken te komen!
Tegenwoordig zijn er ook stoffen die verkoelend werken of steekvliegen weren. Ik kies ook graag voor shirts met capuchon. Dat is toch juist heel warm, zou je denken. Het tegendeel is waar want de capuchon houdt de zon uit je nek en je gezicht weg. In combinatie met een polariserende zonnebril en pet daaronder creëer je veel schaduw. Op die manier heb je geen last van vervelend lichtinval en kan je volgers daardoor beter zien.
Maak je, net al ik, soms visdagen van 13 uur of meer, dan kan het handig zijn om je handen te beschermen met speciale handschoenen. Het zou zonde zijn om niet meer te kunnen vissen omdat je erg verbrand of zelfs blaren hebt opgelopen tijdens het vissen. Goede kleding zorgt ervoor dat je jezelf op het vissen kan concentreren en het helpt je bij het langer volhouden op dit soort warme dagen. Houd in de loop naar de zomer toe, ook de watertemperatuur goed in de gaten en vraag je af of het nog wel verantwoord is door te vissen.
Denk tevens aan een goede wind- en waterdichte broek en jas. Met veel wind kan de inwaaiende spray tijdens het varen of met een bui je behoorlijk nat maken. Dan kan het zomaar heel koud worden. Ik gebruik een lichtgewicht Gore-Tex broek en jas dat gemakkelijk klein op te vouwen is. Elk jaar is de opening anders, maar met een aantal basisprincipes moet het mogelijk zijn om meteen goed uit de startblokken te komen!
|> DIT ARTIKEL VERSCHEEN EERDER IN BEET JUNI 2020
Beet is als los exemplaar te koop in de boekwinkel of neem NU een voordelig jaarabonnement en ontvang Beet Magazine iedere 6 weken thuis op de mat.