We mogen straks weer en daar zijn we blij mee. Het lange wachten zit er bijna op, dus we hebben tijd genoeg gehad om de visspullen in orde te brengen. Daar zullen we het niet over hebben, maar wel over een lonende aanpak. Die eerste weken wil iedereen het water op en tussen al die andere snoekvissers is het wel eens zoeken naar een eigen plek. In al die drukte zie je rondom dat er vis gevangen wordt; ga niet aan jezelf twijfelen wanneer de snoek zich bij jou nog niet gemeld heeft en vis lekker door. We zitten er allemaal wel eens even een beetje naast.
We gaan dus het water op in de wetenschap dat het berendruk is. Je kunt bij wijze van spreken zonder natte sokken te krijgen van boot naar boot lopend het water oversteken. Dat gaan we natuurlijk niet doen, maar we trekken gewoon ons eigen plan zonder iets aan te trekken van dat wat er rondom ons gebeurt. Eind mei en een groot deel van juni mag je eigenlijk tot een topperiode rekenen. De vis heeft eindelijk een beetje rust gehad en dat merk je aan de manier waarop de vis op het kunstaas reageert. Ze moeten er nog even aan wennen dat ze weer belazerd worden, maar helaas, die gewenning gaat snel, dus gaan we er alles aan doen als eerste een slag te slaan.
NIET TE LICHT!
Natuurlijk is je materiaal tiptop in orde. Verse lijn op molen of reel, en zeker niet te dun. Wat dat betreft moet ik wel even mijn hart luchten, want hoe vaak ik met gasten en hun te dunne lijnen geconfronteerd ben is bijna niet te geloven. Men denkt dat 10 of 12/00 gevlochten volstaat. Geloof me, dat doet het niet! Op de verpakking kan staan dat de lijn een trekkracht aankan van 10 of 12 kilo. Dit kan die lijn op een gelijkmatige aangebrachte spanning ook misschien hebben, maar in het spel wat wij met de snoek spelen is er nooit geen sprake van gelijkmatige spanning. Ik heb zelf, net als veel anderen, erg veel met nylon gevist, want er waren gewoon geen ‘superlijnen’.
Voor snoek op het grote water gebruikte je een lijn met een diameter van 28/00 mm, soms 30/00 mm met een trekkracht van zes, zeven kilo. Theoretisch gezien is dat de helft qua sterkte van de gevlochten lijnen, maar toch hielden die nylon lijnen altijd. Wie nooit met nylon gevist heeft gaat echter voorbij aan een groot verschil tussen de twee. In een gevlochten lijn zit geen enkele rek en dat heeft een nylon lijn wel! Die ontbrekende buffer in de gevlochten lijnen is ook vaak een aanwijsbare oorzaak van het verspelen van vis door lijnbreuk.
Vaak genoeg wordt een waarschuwing vooraf gegeven. Een slechte worp waarbij de lijnafgifte wordt geblokkeerd en daar gaat je kunstaas. Wanneer je zo met je kunstaas strooien wil is dat prima, maar er zit een gevolg aan. Het is vaak onvermijdelijk dat er tijdens de dril af en toe minder druk op de hengel komt te staan. Je krijgt dan een beetje ruimte in de lijn. Een snoek – en dat kunnen ze goed – slaat een keer krachtig met de kop en, verbazing alom, de lijn breekt.
Vergeet vooral niet dat we ook met relatief zware hengels vissen. Breng je zo een hengel langzaam op spanning, dan zal er niet gelijk een man overboord zijn, maar deel je een ferme klap uit om de haak te zetten dan spreek je over heel andere zaken.
|> DIT IS EEN PREVIEW VAN HET ARTIKEL – “De aftrap van het snoekseizoen” – Wil je het hele artikel lezen?
Dit artikel en nog veel meer interessante artikelen kun je lezen en zien in BEET mei. Vanaf 26 april los te koop in de winkel of bij abonnees thuis op de mat.