BERTUS ROZEMEIJER – Wij snoekvissers mogen niet klagen. Als klein land hebben we echt heel veel groot water en het is geen geheim daar volop grote snoek zwemt. Zoveel, dat een groot deel van de snoekvissers in landen om ons heen hier naar hun recordvis zoeken. De grote keerzijde aan dat grote water is ons weer en dan voornamelijk de wind. Wanneer kun je kun je nog uitvaren en als je dat doet, hoe vis je dan het best?
Regen of andere vormen van nattigheid zou ons niets moeten doen. De hedendaagse kleding is zo goed dat je in slechte gevallen nat wordt rond drukplekken, maar dat heb je het wel gehad. Echter, wind is de grotere rol spelbreker en speelt een steeds grotere naarmate je boot kleiner of het water groter is.
ORDE IN DE BOOT
Of je wel of niet het water op kunt is grotendeels afhankelijk van je boot en een beetje van je je eigen ervaringen en inzichten wat wel en niet verantwoord is om te doen. Voorbeeld? Verleden jaar zag ik hoe iemand volgas tegen de harde wind in aan het varen was, zonder de motor ook maar een beetje op te trimmen. Het gevolg: een gescheurde zijkant in de aluminium boot, wat resulteerde
in een boot vol water. Op dezelfde dag liepen twee boten, die in ondiep water visten, door een golfdal vol met de motor aan de grond. Bij de ene boot het staarstuk kapot, bij de ander de propellerbladen bij elkaar gevouwen…
Wanneer ik op een dag met wind uitvaar, zorg ik dat dit ook zo veilig mogelijk kan. Op de eerste plaats orde in de boot zelf. Hoe meer chaos er in de boot heerst, des te gevaarlijker het wordt. Je wilt of moet jezelf wel eens verplaatsen en dan moet je niet over alles wat los ligt struikelen. Wanneer er actief gevist wordt is het evenwicht weleens even zoek. Hoe meer ruimte je in de boot hebt,
des te makkelijker het wordt om je evenwicht te corrigeren of een corrigerende stap te maken. Stommel je ook nog eens over los slingerende visdozen, hengels, een net of wat los liggend kunstaas, dan is de kans echt groot dat je op de plaat gaat.
Zorg er echt voor ruimte te hebben en berg gelijk op wat je niet gebruikt. Wissel je van kunstaas, ruim hetgeen je net van de speld gehaald hebt gelijk op, want uiteindelijk moet dat toch. Leg je op voorhand wat favoriete kunstaasjes neer, zorg er dan voor dat dit in je ‘eigen‘ hoekje blijft liggen en niet her en der door de boot slingert.
Hengels altijd met de top naar achteren, dus richting spiegel! Doe je dat niet en verkas je tegen de wind in, dan slaat de top van de hengel vaak om door wind die daar onder komt. Andersom wordt de hengel tegen de boot aangedrukt en blijft waar hij is en hoef je geen capriolen uit te voeren om rondvliegende hengels te pakken.
VISSEN MET CONCESSIES
Het vissen an sich in een harde wind? Tja, je kunt wind zien als een vijand, maar die wind misschien ook goed benutten! Actief werpen met en in een harde wind is geen sinecure. Natuurlijk kun je erg ver werpen. Hoog opwerpen en kunstaas gewoon laten vliegen. Eigenlijk heb je daar niets aan. Beter is en blijft het je worp op een controleerbare lengte te houden, zodat je weet waar je kunstaas landt. In bijvoorbeeld zomerse condities is en blijft het belangrijk om bij, maar niet in de planten te vissen. Ik blijf zelf ook kijken naar plekken waar ik mijn kunstaas zo goed mogelijk kan
laten zwemmen en beperk me tot worpen van zo’n 25 meter lang.
Ik waak er nu wel voor kunstaas te gebruiken dat om een fijne presentatie vraagt. Met bijvoorbeeld een klein glidertje sta je maar wat vaak net een beetje mis te tikken en geef je dit type jerkbaits maar lastig de actie mee die je zou willen. Kunstaas wat je in één tempo kunt vissen en je wat tegendruk onder de golven biedt, biedt vis je onder ruige omstandigheden het best. Bijvoorbeeld spinners en spinnerbaits, grotere shads of een stevige plug.
Veel wind of niet, het liefst blijf ik actief vissen, maar wel met duidelijke concessies. Het belangrijkste: kijken waar je enigszins beschut kunt vissen, maar wel met de voorwaarde dat je er veilig kunt komen en net zo veilig terug kunt keren. Ook niet onbelangrijk: maak de drift zo lang als mogelijk, het liefst over een zo gelijk mogelijk bodemprofiel. Het wordt namelijk lastig vissen wanneer je van ondiep naar diep en weer terug naar ondiep gevoerd wordt. Hiermee dwing je jezelf steeds te wisselen van kunstaas en dat is niet zo mijn ding. Bovendien blijf je dan vaak in het
ongewisse waar je kunstaas landt, diep of ondiep?
Werpend vissen in een harde wind dwingt me ook af te wijken van mijn werpgedrag. Onder normale omstandigheden werp ik en de vismaat zijdelings in de drift. Zo dek je in een
drift erg veel water af wat effectiever is dan recht voor je uit werpen. Immers: recht vooruit werpend vis je voor een deel, soms een groot deel in water waar je kunstaas al eerder gezwommen heeft.
Je werpt dus echt het best zijdelings, maar nu even niet! Doe je dat wel, dan is de kans groot dat de wind een grote rol gaat spelen op en met je lijn. Door de druk van de wind op je lijn wordt je kunstaas zowat weggeblazen en dat is niet de bedoeling. Door de grote bocht in de lijn is het ook wel erg lastig een mini aanbeet te detecteren, dus werpen we nu gewoon vooruit. Beetje links
– rechts werpen mag, maar nu niet teveel om zo optimale controle over je kunstaas te houden. En daarbij je hebt vaak zoveel snelheid in de drift dat recht vooruit geworpen nu vaak betekent dat je kunstaas toch wel in ‘vers’ water zwemt
INTERESSANT ? | LEES HET HELE ARTIKEL “STORMSNOEKEN”IN BEET OKT/NOV
BEET OKT/NOV LIGT NU IN DE WINKEL OF BESTELÂ EEN VOORDELIG JAARABONNEMENT