Bij voorvoeren wordt door veel vissers al snel aan karpervissen gedacht en niet zozeer aan witvissen. Waarschijnlijk komt dit doordat de meeste fanatieke wedstrijdvissers niks aan deze tactiek hebben in wedstrijdverband. Het resultaat is dat voorvoeren weinig wordt toegepast en dat er ook niet veel over wordt geschreven. Wie als ‘recreatievisser’ echter een berg witvis wil vangen, doet zichzelf tekort om deze tactiek niet in zijn basispakket op te nemen.
Pre-baiting (voorvoeren)
Verreweg de meeste verhalen over voorvoeren spelen zich af in het buitenland; het betreft hier vooral de grote Ierse en Deense meren waar ‘pre-baiting’ heel succesvol kan zijn. Apart genoeg wordt deze tactiek in Nederland en België weinig toegepast. Niet alleen op grote wateren, maar ook op klein water kun je met de juiste aanpak veel meer vis vangen.
Voor veel karpervissers is voorvoeren daarentegen de normaalste zaak van de wereld. Er zijn zelfs vissers die zonder voorvoeren nooit een lijntje nat zouden maken. In de praktijk voert verreweg het grootste deel van het karperleger met (groot formaat) harde boilies. Waarom? Vraag een karpervisser eens naar zijn voorvoer ervaringen met kleine particles, pellets of zacht aas. Ze zijn door schade en schande wijzer geworden dat het op veel wateren vragen is om problemen; slapeloze sessies met bergen witvis…
Tactische Stek
Oud-collega Stef en ik staan aan de oevers van een ondiepe recreatieplas van bijna 20 hectare; op dit water hadden we twee jaar geleden al een keer erg goed zeelt gevangen. We gaan hier nu met method- en pelletfeeders aan de slag. De eerste noot die we moeten kraken is het bepalen van de stek en voertactiek. Nu hebben we hier al eerder gevist, maar dat was wel in een andere periode van het jaar, namelijk hoogzomer. We lopen naar een tactisch gelegen landtong waarvan we meerdere kanten en verschillende type stekken kunnen bevissen.
De eerste mogelijkheid is een ondiep kommetje, dat tevens de ingang is naar een ondiepe kreek. In het kommetje staat gemiddeld genomen 1 meter water, echter in het midden loopt een iets dieper geultje van maximaal 1,7 meter. We hebben sterk de indruk dat dit geultje als een soort van snelweg fungeert voor alle vis die de kreek inzwemt. Twee jaar geleden hebben we hier in de ochtend goed gevangen. Maar zo gek als de aanbeten in de ochtend waren, zo stil was de middag. Alsof het water ineens visloos was geworden.
Kansen spreiden
De tweede optie vanaf deze landtong is de grote plas. Met de peilhengel zien we dat op 30 meter afstand ongeveer twee meter water staat. Zou het verder uit de kant dieper zijn? Ik werp de dobber naar ongeveer 60 meter, maar ook daar is het twee meter diep. Ik haal de peildobber dichterbij om te zien waar en hoe het talud loopt, als we in het helder water voorn ons kijken zien we namelijk tot wel 10 meter uit de kant de zandbodem. Op ongeveer 20 meter uit de oever loopt het talud heel flauw op, 10 meter uit de kant staat ongeveer 1 meter. Het onderste deel van het talud, tussen de 1.7 en 2 meter, is ook een interessante plek. Vaak zie je dat de vissen parallel met het talud langs de oever trekken.
We besluiten om onze kansen te spreiden en beide plekken aan te voeren. Ik heb het idee dat zeelt en karper het ondiepe kommetje wel intrekt, maar dat de grotere brasems liever op het open water van de plas blijven hangen. Op een ander vergelijkbaar water waar veel op specimen zeelt en brasem wordt gevist, zie je hetzelfde patroon. Niet dat het betekend dat het hier ook zo moet zijn, maar soms zie je bepaalde patronen wel terug.
Voerparadox
Hoeveel en wat je moet voorvoeren is vooral een gok wanneer je het water nog niet kent. Eigenlijk is een beetje voorkennis over het visbestand erg handig, ook aangezien andere soorten de boel ook aardig in de war kunnen schoppen. Zo zijn geknipte wormen ideaal als ingrediënt voor een brasemvoer, maar wat als er ook veel baars, paling of zelfs steur en meerval zwemt?
Op basis van eerdere ervaringen weten we dat het hier te doen zal zijn om zeelt, brasem en karper. Tijdens deze eerste voerbeurt gaat er 1,5 kg lokvoer op vismeelbasis in de emmer. Na het bevochtigen voegen we 2 blikjes mais, ongeveer 500 gram pellets en een goede handvol ‘restje’ maden toe. We kneden er stevige voerballen van en verdelen ze 50:50 over de twee stekken. De hoeveelheid voer per stek valt dus reuze mee, het is echt niet nodig om 10 kg voor te voeren om veel vis aan te trekken.
Verspreid voorvoeren
In plaats van alles zo nauwkeurig mogelijk op één stek te werpen, voeren we voor witvisbegrippen redelijk verspreid. Per stek een strook van ongeveer 6 bij 2 meter. Waarom? We gaan aan de slag met feedertechnieken en daarbij is nauwkeurig werpen en een geconcentreerde voerplek opbouwen essentieel. Dat staat echter haaks op de voermethode… In vergelijking met een zeer geconcentreerde plek, bijvoorbeeld van 1 bij 1 meter, kan op een verspreide meer witvis een graantje meepikken.
Omdat her en der wat voer ligt leren ze gedurende het azen dat het loont om de voerzone af te zoeken naar voedsel. Van voedselnijd zal minder snel sprake zijn, waardoor de vis ook rustiger aast en over een langere periode. En azende vis trekt ook weer azende vis aan. En dat we nog geen geconcentreerde plek hebben, geeft nog niet, we gaan immers niet direct vissen. Tijdens het vissen pakken we het echter anders aan. De volgende dag in de loop van de middag herhaalt Stef het voorvoeren. Het zal pas tot de volgende ochtend duren dat onze lijnen ter water gaan.
Eindelijk vissen!
Het is eindelijk zover! Iets voor de klok van zeven uur arriveer ik op de parkeerplaats. Stef is al aanwezig en heeft het grootste deel van de uitrusting al naar de stek gebracht. Met z’n tweeën hebben we binnen korte tijd ook mijn spullen daar staan. De spanning is om te snijden, we zijn beiden erg benieuwd wat het vandaag gaat worden!
We besluiten om met twee hengels de komstek te bevissen en één hengel op de plasstek te leggen. De luxe van drie hengels geeft je de mogelijkheid om te experimenteren wat betreft haakaas en montages. De eerste hengel voorziet Stef van een method feeder, de Cresta inline easy feeder, welke je ook zonder mal snel van voer kunt voorzien. De onderlijn heeft Stef gisteren geknoopt: 10 cm lang, 22/00 nylon en een maat 10 haak, de Gamakatsu Snagger, middels een no-knot knoop. Op de hair een kleine, gele pop-up boilie. Op anderhalf centimeter van de haak een knijploodje, zodat de gele lekkernij ongeveer 3 tot 4 cm boven de bodem bungelt. Deze hengel gaat op het linkerdeel van de voerplek in de komstek.
Montage variatie
De tweede hengel komt daar ongeveer 5 meter rechts van te liggen. Op de hoofdlijn schuif ik een inline pellet feeder, die wordt gestopt door een push bead. In deze te openen kraal hang ik de onderlijn. Deze is ook 10 cm lang en gemaakt van 22/00 nylon, maar wordt uitgerust met een stevige bledhaak in maat 10. Hierop zet ik 1 grote drijvende fake made plus 2 echte wriemelaars.
Deze hengels liggen er 5 minuten in als we de eerste tekenen van leven zien. Dat belooft veel goeds. De waker van de linkerstok kruipt langzaam omhoog. Stef aarzelt geen moment en trekt het carbon in een mooie curve. “Ja, dit moet een zeelt zijn, zo te voelen”, maar nog geen paar seconden later schiet de haak los… Veel tijd om te treuren is er niet, want Stef heeft de hengel nog niet op de stek terug geworpen of de rechterhengel komt tot leven. Gelukkig blijft deze vis wel hangen en even later steekt Stef het schepnet onder de eerste zeelt van de dag.
We vissen om de vis, dus de volgende is voor Stef. In het daaropvolgende kwartier vangen we allebei nog een zeelt. We hebben nu nog even geen tijd om de derde hengel op te tuigen en in te werpen… Het voorvoeren heeft zijn vruchten afgeworpen.
Compact vissen
Omdat we ook een poging willen wagen om onderwaterbeelden van de azende vis te maken, hebben we bij aanvang vanuit een klein rubberbootje een markerstaaf op de stek gezet. Op ongeveer 40 cm boven de boden hangt aan de pvc buis een WaterWolf camera. Een bijkomend voordeel is dat we nu een perfect richt- en oriëntatiepunt hebben; tezamen met de lijnclip landen de feeders elke keer op nagenoeg op dezelfde plek. We gaan er vanuit dat het meeste voer van de afgelopen dagen is weggevreten en dat de vis op de plek rondhangt en opzoek is naar vers voer. De twee zeer compacte voerplekjes binnen de voerzone werken als een soort magneten op de vis. Het is opvallend hoe snel we na het inwerpen aanbeten krijgen. Eén keer krijgt Stef zelfs niet de tijd om de hengel op de steun te leggen of de lijn wordt al strakgetrokken.
Bij de volgende aanbeet gaat het om een vis van een beter kaliber. Langzaam drilt Stef het logge gewicht dichterbij. Als de vis plots een stevige run neemt zijn we er van overtuigd dat het om een karper gaat. Onder de kant zien we een parel van een spiegelkarper het wateroppervlak doorbereken. De vis lijkt klaar voor het net maar blijft nog enkele minuten onder de top diep heen en weer zwemmen. Uiteindelijk schep ik de vis voor Stef en kan hij het niet laten om een vreugdekreet er op los te laten.
Wat een begin: geweldig!
Ondertussen valt het op dat we het laatste uur geen aanbeet op de madenhengel hebben gekregen, ondank herhaaldelijk inwerpen en verversen. Deze hengel ligt slecht 5 meter rechts van de productieve linkerhengel. Wat is er mis? We besluiten deze hengel binnen te draaien en op de plasstek te leggen, en te vervangen met een nieuwe hengel met ander haakaas. Ik haal een derde hengel tevoorschijn en voorzie deze van een inline easy feeder. Als onderlijn gaan we wederom voor 10 cm lengte van 22/00 nylon. Als haak een maat 10 Gamakasu A1 G-Carp Specialist, op de hair een maiskorrel. Al na 5 minuten blijkt dit een goede zet, want de eerste zeelt meldt zich op deze montage. Het blijkt een korte opleving op deze hengel, want alle andere aanbeten komen om de gele pop-up.
Wanneer de klok 10 uur in de ochtend aangeeft kunnen we al 9 zeelten en 3 mooie karpers noteren. Wat een begin van deze dag, geweldig! De hengel die aan de plaskant ligt geeft het eerste uur geen piep. Maar plots krijgen binnen korte tijd een aantal lijnzwemmers. Zou de brasem zijn gearriveerd?
De eerste brasems
Zo snel als de beten zijn gekomen, zo stil is het opeens geworden op de komstek. We wisselen nog van haakaas, voeren een klein beetje bij, maar wat we ook doen: de vis is hier verdwenen. Zitten ze er nog wel maar azen ze even niet? Of zijn ze weg? Komen ze nog terug? We zijn al meer dan tevreden met het resultaat, maar het is pas het einde van de ochtend en we zijn van plan om tot het einde van de middag te vissen. Om een lang verhaal kort te maken: de rest van de dag krijgen we op deze stek geen beet meer.
Ondertussen heb ik de eerste brasem van de plasstek gevangen. Een schitterende mannetjesvis, die zo ruw als schuurpapier is en helemaal onder de paaipukkels zit, kon de maden niet weerstaan. Het duurt nog een half uur alvorens ik brasem nummer twee voor Stef kan scheppen. Dit maal een groot vrouwtje met een dikke buik. Omdat de aanbeten op de andere plek achterwege blijven, verplaatsen we een hengel naar de plaskant, waardoor we daar nu met twee hengels vissen. De maiskorrel wordt vervangen door een 12 mm gele wafter.
De beautysalon
De volgende aanbeet is voor mij. Ik verwacht weer een brasem, maar als de vis plots vaart maakt en naar links door de slip zwemt weten we genoeg: weer een karper! In het heldere water zie iets voorbij zwemmen met een uniek beschubbingspatroon, het is weer een pareltje van een spiegel… Na wat rondjes onder de top schuift Stef het net onder de beauty. Yes, binnen! We weten dat dit een unieke sessie is en genieten met volle teugen. Het is echt een teamaanpak en daarom is het wel zo fair en leuk als je om de vis vist. Zelfs op dagen als deze zie je dat één hengel meer vangt dan de ander.
De tactiek om twee voerplekken te maken op verschillende type stekken werpt duidelijk zijn vruchten af. We vangen een hele serie brasems. Rond lunchtijd hebben we er al 9, waarvan verreweg de meeste tussen de 7 en 8 pond wegen! In de loop van de middag melden ook de zeelten zich weer en vangen we afwisselend brasem en zeelt.
We merken dat nu de wafter, die op de bodem zweeft, verreweg de meeste aanbeten oplevert. We raken zelfs de tel kwijt. Tegen de klok van vier uur is het een beetje gedaan met de aanbeten, maar wat wil je, na zo’n dag met volop actie?! Stef en ik knijpen onszelf in de arm en vragen af wat er vandaag allemaal is gebeurd. Soms vallen de puzzelstukjes op zijn plaats en ben je op het juiste moment op de juiste plaats. Door met verstand voor te voeren kun je echter de boel wel een zetje in de goede richting geven. Als dat samenvalt maak je kans op de sessie van je leven.
Extra tips voor voorvoeren
- Het valt niet te ontkennen dat voorvoeren extra tijd en moeite met zich meebrengt ten opzichte van instant ergens gaan vissen. In sommige situaties is voorvoeren onbegonnen werk. Bijvoorbeeld omdat er ergens veel wordt gevist en je nooit zeker van bent dat je stek vrij is, omwille van reistijd of andere redenen. Je kunt meerdere dagen voorvoeren, maar 1 dag werkt ook prima. Zoek eens een water in je omgeving (of op de route werk/school-huis), zodat voorvoeren wel realistisch is.
- Vismeel is erg voedzaam. Op wateren met een goed bestand vis is dit een prima keuze. Maar op echte specimen wateren, waar vis omkomt in natuurlijk voedsel en waar weinig vis zwemt, is dit soms teveel van het goede, zeker in het voorjaar.
- Standaard lokvoer is een goede keuze; een handje vismeelpellets erbij kan echter geen kwaad. Op wateren met een hoge hengeldruk en waar veel door (karper)vissers wordt gevoerd (veelal met vismeel-achtige producten) valt het vaak twee kanten op: of je profiteert met een vismeel voer van het voeren van anderen, of het valt weg in de massa en spring je er met een mierzoet voer tussenuit. Een kwestie van experimenteren, allebei gebruiken of combineren.
- Lees in dit artikel alles over de manieren hoe je kunt voeren
Mark Pijnappels
FILMPJE
https://www.youtube.com/watch?v=rtztLF-N74s