50 Witvis Tips over aas en voer, vragen van witvissers worden beantwoord door niemand minder dan de nestor van de Belgische witvisserij Richard Van den Broeck .
1 Brood
Het lunchpakket buiten beschouwing gelaten zie je nog amper iemand met brood langs de waterkant. Jammer, vierkante korstjes gesneden uit de zachte buitenkant (korstkant) van een brood, zijn een prima aas voor bijna alle vissen; bewaar ze in een goedsluitend busje/flesje met een snuifje zout. En wat dacht je van deeg, gemaakt uit het witte broodkruim, variaties zijn legio met een likje smeerkaas, leverpastei, vanillepudding… En dan is er natuurlijk nog de klassieke broodvlok, het oeraas voor brasem.
2 Muggenlarven
Een trosje muggenlarven is een absoluut superaas, prik de dunne en vlijmscherpe haak omzichtig door de kop. De muggenlarven koel bewaren en het water regelmatig verversen. Wekelijks door een zeefje laten kruipen en de dode larven verwijderen. Neem alleen de benodigde portie mee naar de waterkant. Zo kun je muggenlarven maanden bewaren, ze worden er alleen maar beter op.
Lees het hele artikel NU online
3 Maden
Maden zijn misschien wel de meest gebruikte aassoort, zeker als haakaas. Maar ook gemengd in lokvoer en/of als los strooivoer zijn ze onovertroffen. Een witte made kun je met een watervaste viltstift een aantrekkelijk rood kontje geven. Zwevende maden, dode maden, een combinatie met een kunstmade en natuurlijk met een caster (panaché), of een mestpiertje; van alles is mogelijk. Je kunt ze met verschillende sprays of dips veranderen in echte smaak- en geurbommetjes.
4 Hoe bewaar je casters?
Casters kun je bewaren in water waar je desgewenst een smaakje aan toe kunt voegen. Zelf ga ik voor een ruime plastic zak waar ik zoveel mogelijk lucht uit verwijder, vervolgens goed afsluiten en koel bewaren. Voor de sessie een paar druppels maple of ander additief toevoegen, lucht erin blazen, flink schudden, dichtknopen en hop naar de waterkant. Casters die oud worden verkleuren donker en gaan drijven, een panaché van drijvers en maden kan ook het verschil maken.
[irp]
5 Wormen
Wormen en brasem, een succesvolle combinatie. Wormen zijn een onovertroffen haakaas voor dikke brasem. Dendrobena’s zijn stevig, geschikt voor verre worpen (feeder). Mestpiertjes zijn top voor de vaste hengel en het kort onder de kant vissen. De haak door de kop prikken is de beste aasaanbieding. Een stukje worm werkt perfect voor het vissen op giebels of hybriden. En natuurlijk regelmatig wat wormen knippen en door het lokvoer mengen.
6 Pellets & miniboilies
Pellets en miniboilies zijn misschien wel het aas van de toekomst. Zeker in water dat vaak bezocht wordt door karpervissers, de echte recordbrasems worden bijna altijd gevangen door karpervissers! Graag deze aassoorten voorboren en door middel van een aasnaald op een zogenaamde ‘hair’ onder de haak schuiven. Het hair en quickstop systeem werkt perfect, ook met maïs en zelfs met wormen. Een bait band, hair met een lustje en een pellet stop zijn andere, ook prima manieren om het aas te bevestigen. Het is maar waar je de voorkeur aan geeft.
7 Deegwaren
Deegwaren zoals macaroni elleboogjes en/of pagani scoren ook op de brasem- en karpervijvers. Niet te plat koken (circa vijf minuten), even naspoelen onder koud water, laten uitdruppen, sweetener of smaakmaker voor dat tikkeltje meer… Een paar druppels olie of licht bestrooien met maïszetmeel is een aanrader tegen het samenklitten.
8 Alternatief aas
Durf ook eens met alternatief aas aan de gang gaan. Lunchon meat en kaas brachten al menig barbeel aan de kant. Maar erwten, bonen, deegwaren, katten- en/of hondenbrokken geven ook lol. Beetje voorvoeren en vangen, zeker weten. Een absolute topper zijn kamperfoeliebessen, zelfs op wateren waar uren in het rond geen bes te bespeuren valt…
9 Hennep
Gekookte en gekiemde hennep blijft een meesterlijk aas (en voer) voor dikke voorns. Een dag voor het vissen de hennep koken in water en in de week zetten. Aan de kook brengen in fris water (tipje ijzersulfaat of gewoon een verroeste spijker in het kookwater geven mooie zwarte korrel en een spierwitte kiem), nog even laten pruttelen tot de witte kiemen verschijnen. Saffraan, kurkuma of curry mee in het kookwater werkt volgens verslaafde kempvissers ook, misschien ook dressuur doorbrekend?
[irp]
10 Deegbal
Het vaste hengel vissen met ‘den bol’ (deeg) op karper brengt vooral de grote vissen in het net. Een flinke bol deeg stevig rond de haak geknepen. Ga voor een grotere haak, maatje 8 of 10 is echt niet absurd. Kies ook voor een van die speciale lange en stevige deegdobbers die voor dit soort werk in de handel zijn (model Rotterdammer). Scherp uitloden is niet echt nodig, de bol deeg in het kantje laten zakken, gaat de dobber onder door het gewicht van de deegbal, gewoon even dichterbij trekken zodat de dobberantenne mooi zichtbaar is.
11 Doe-het-zelf deeg
Gebruiksklaar (karper)deeg of speciale deegmixen vind je in de winkels. Maar een deegje van havermout/gemalen hennep met een beetje honig, maple of scopex is ware dynamiet! Een kop havermoutvlokken samen met dezelfde hoeveelheid gemalen hennep en twee koppen water op een zacht vuurtje al roerend aan de kook brengen (let op het aanbranden). Als de massa een stevig deeg begint te worden, het additief toevoegen en van het vuur nemen. Laten afkoelen en klaar is het superdeeg.
12 Maden & casters voeren
Maden en casters zijn natuurlijk prima haakaas, maar ook als voer zijn ze onklopbaar. Gewoon een paar balletjes voer bij aanvang om de boel op gang te brengen (graag met een handje voermaden en/of casters) en dan met grote regelmaat maden of casters bij schieten (katapult indien toegelaten, anders handje of werppijp). Wel volhouden, niet zelden trek je de brasem dan gewoon omhoog (half water). Zelfs op wateren als kanalen…
13 Dode maden
Dode maden worden in de Benelux-landen nauwelijks gebruikt. In Engeland echter wel, denk even terug aan het Engelse Feeder WK-Team in Gent. Maden overgieten met kokend water, zo worden ze lekker zacht en behouden ze enigszins hun kleur. Invriezen of in een plastic zak laten stikken werkt natuurlijk ook, maar geeft vaak een groezelige, grauwgele kleur. Met de hand op een voerzeef dood wrijven zag ik laatst gebeuren door een absolute topvisser, en ja zeker… het werkte.
14 Maden door het voer
We stoppen allemaal graag een paar handjes maden door ons basisvoer, zeker als we dit ook gebruiken als haakaas. Werp eerst een paar ballen goed vast geknepen voer met dode maden, die slijten langzamer af. Daarbovenop (snelle starters) een aantal minder vaste voerballen met een extra dosis kleine, levende voermaden, die breken direct open en trekken meteen vis aan.
15 Broodmeel
Broodmeel (chapelure) van extra kwaliteit doet het in elk voer nog steeds prima. Bruine chapelure heeft minder kleefkracht en is een goed basisbestanddeel voor een moeilijke, schrale visserij. Vraag de restjes van de broodsnijmachine bij je bakker en je bent al flink op weg. Malen in een keukenrobot of beter nog een voermolen en je hebt de allerbeste bruine chapelure. Wit broodmeel geeft meer kleefkracht aan je mix, net zoals Anco paneermeel erg goed is voor diep en stromend water.
[irp]
16 Maïskiemkoek
TTX fijn of grof (maïskiemkoek) is ook een stevige basis met veel kleefkracht, eigenlijk een must in elk ‘grote vissen voer’. De avond voor de geplande sessie overgieten met heet water. Additief al dan niet toevoegen, kandijstroop, maple of extra zoetmaker en de volgende dag met deze natte basis de rest van je voer aanmaken. Nog even door de zeef wrijven (of bewerken met accumixer) en je bent er helemaal klaar voor.
17 Peperkoekmeel
Peperkoekmeel is ook erg begeerd, het heeft een hemelse geur en een flinke kleefkracht. Een peperkoek (graag met brokken kandijsuiker) in stukken snijden en de avond voor de sessie overgieten met warm water. Niet voorgeweekt peperkoek is erg taai spul, de keukenrobot of voermolen kan er zelfs op vastlopen. Even de staafmixer er doorheen halen en je hebt weer een beste basis om voer of leem mee aan te maken.
18 Brokken
Katten-, hondenbrokken en steurkorrels kun je malen en droog in je voersamenstelling doen. Je kunt er ook prima deeg van maken: even voorweken en een papje voor de aanmaak van je gewone mix. Heet water gebruiken geeft meer kleefkracht.
19 Duivenpoep
Verse duivenpoep, graag van jonge duiven die niet aan de pil zitten, overgieten met warm of koud water. Mengen met een staafmixer en door de voerzeef wrijven. De allerbeste basis voor een voer voor dikke voorns. Let wel in de zomer op dat wanneer je het spul in een afgesloten emmer bewaard, dit snel gaat gisten. Een paar koelelementen in de emmer vertragen dit proces. Voer rijkelijk, verzadigd met verse duivenpoep, dat maakt je toegevoegd levend aas (vers de vase op het allerlaatst toevoegen) min of meer lam op je voerplek en dat is dan weer erg goed voor dikke vis.
20 Blikmaïs
Maïs uit blik is ook niet meer weg te denken, prima haakaas en erg goed voor dikke vis. De blikjes zijn handig te openen met zo een treklipje, maar neem voor de zekerheid ook maar een blikopener meen, die lipjes soms afbreken. En wat dacht je van blikmaïs mixen, gewoon met sap, dit goedje gebruiken om je voer mee aan te maken. Gekleurde maïs of maïs met een smaakje (scopex) kan op dressuurwater net dat tikkeltje verschil maken…
21 Loose feeding
Als het echt om karper te doen is (carpodrome), geen vaste voerballen gebruiken, dat zorgt alleen maar voor onrust en een hoop lijnzwemmers. Meestal trek je met een voerplek ook nog de kleinste, onervaren vissen aan (vaak giebels). Ga voor loose feeding (granen, zaden, pellets, maden, casters). Veel voeren, naar gelang de bezetting en activiteit, maar vooral dikwijls. Bij warm en rustig weer komt de karper graag in de bovenste waterlagen azen. Langzaam zinkende minipellets zijn dan ‘dodelijk’, lol in overdrive…
22 Hennep loose feeding
Een paar handjes gekookte en gekiemde hennep in het afgewerkte (gezeefde) voer is nooit verkeerd. Enkel gekiemde hennep tijdens het vissen cuppen, met de katapult schieten of uit het handje gooien is ook een optie. In een winterse haven, vaak tjokvol met dikke voorns, zijn hennep en casters als animeervoer een must. Losse maden lokken vaak (te) kleine vis zoals baarsjes en/of posjes (zoals in de haven van Huizen).
23 Zout
Zout is, zeker in de winter, een prima ingrediënt in een voorn-lokvoer. Zelf mengden we 500 gram zout bij onze gemixte duivenpoep (goed voor 3000 gram droogvoer). Meng de muggenlarven wel op het allerlaatste moment onder het voer, want die tere beestjes hebben een hekel aan een pekelbad. De rest van de muggenlarven apart houden en vlak voor gebruik onder het voer mengen.
24 Bruine suiker
Bruine suiker is een brasemlokker van jewelste, zowel in leem of in een voermix. Jarenlang het geheim wapen op de Kempense brasemvijvers, vraag maar aan Luc Vercammen. Maak je samenstelling niet te vochtig, eerder iets te droog, en doe er dan de suiker bij (tot 700 gram). Suiker smelt door de warmte van je handen bij het zeven en maakt je voer of leem natter. Let op, het verbrandt ook je muggenlarven…
25 Geroosterde hennep
Hennep geeft een absolute meerwaarde aan elk voornvoer. Gewoon rauw gemalen of overgoten met kokend water. Ook vers geroosterd, in een oude koekenpan met een likje arachideolie en gemalen, is top. Wel de dampkap aanzetten of je besterft het… Je kunt er ook een flinke greep suiker overheen strooien, tijdens het roosteren gaat je hennep dan karameliseren (wel regelmatig met houten lepel omroeren). Dit is een geweldig additief in een voornmix.
26 In de supermarkt
In de keuken of supermarkt vind je een hoop super additieven: curry, knoflookpoeder, venkel, koriander, kaneel, zout, vanillesuiker en/of -pudding, kandijsiroop, droge dessertmixen: chocolademousse, kokos, vanille, banaan, aardbei, en zo kunnen we nog wel even doorgaan! Vergeet ook de Red Bull niet…
27 Bindmiddelen
Gemalen havermout (elektrische koffiemolen), Brinta en rijstmeel zijn prima bindmiddelen zowel voor voer als deeg. Vroeger in ons ‘Maasvoer’ was een kop gemalen havermout een must. Een handje droge havermoutvlokken in je afgewerkte mix zorgt vaak voor een absolute bonusvis.
28 Zaden
Gemalen zaden, tropische mengeling, milletzaad, lijnzaad, negerzaad, spurrie (alle zaden zijn zowat bruikbaar) zijn olierijk en geven extra veel werking aan je mix. Ga je ze koken en daarna mixen of malen dan geven ze minder werking, maar erg veel kleefkracht (lijnzaad). Het kookvocht is natuurlijk ook zéér bruikbaar om je mix aan te maken!
29 Arachide of nootmeel
Arachide of nootmeel (graag vette) is een prima ingrediënt voor een voornmix. Maar durf ook een flinke neut arachideolie bij je voersamenstelling doen. Je voerplek lijkt te ontploffen, een horizontale en verticale werking. Je ziet perfect waar je voerplek zich bevindt, zeker als er azende vis aan tafel gaat.
[irp]
30 Dood brasemvoer
Brasemvoer kun je het best de avond voor een visdag voor de eerste keer bevochtigen, voor de sessie kun je de mix dan afronden, wel dan voorzichtig met water. Je voerplek zal veel minder werkende delen loslaten, dit heet ‘dood voer’ in het jargon. Zo vermijd je de aandacht van kleine vis, zodat de tafel gedekt blijft voor de echte joekels.
31 Leem
Leem is een onbetwistbare topper als basis voor brasemvoer. Volgens sommigen een puur transportmiddel voor het toegevoegde aas. Anderen zweren bij de aantrekkingskracht van de leem zelf. Met additief of zonder, maar dan graag met een flinke dosis muggenlarven en/of geknipte wormen. De moeilijkheidgraad ligt in het juist bevochtigen. Een geknede leembal mag best wat glanzen, maar moet zijn vorm houden en niet als een pudding ineen zakken. Natuurlijk mag hij tijdens het voeren zelf ook niet in stukken breken. Maar dat geldt natuurlijk voor zowat elke voerbal.
32 Leem op vijvers
Leem alleen is te schraal en te mager voor de meestal rijke bezetting aan hongerige vis. Dus geen pure leem op brasemvijvers als het in combinatie met maden en/of casters is, maar graag een kluts leem gemengd met een flinke dosis lokvoer (eenderde leem, tweederde lokvoer). Ook karpers zijn niet direct leemlovers.
33 Tubifex
Niet alleen muggenlarven, maar ook tubifex (slijkwormpjes) of ‘tuub’ in het vissersjargon is dodelijk op brasemvijvers. Helaas is dit niet overal toegestaan. Gemengd in balletjes leem of gewoon puur in kleine balletjes bovenop de voerplek werpen. Tubifex is beperkt houdbaar en heeft erg veel zuurstof nodig. Om vers geschepte tubifex te bewaren en schoon te krijgen (puur); plaats deze het liefst onder een dun straaltje stromend water (zuurstofpomp kan ook), zo trekt het helemaal als een bal in elkaar en is het makkelijk te behandelen.
34 Leem
Leem wordt met name op het kanaal vaak gebruikt als een ‘tapijtje’ waar dan bovenop de ballen lokvoer worden geworpen. Eerst een aantal ballen leem met wat muggenlarven als onderlaag en daarbovenop de voermix met het nodige levend aas.
35 Starter
Het is echt niet nodig om bij aanvang een emmer voerballen te droppen. Een paar bolletjes voer als starter, graag met een flinke greep levend aas (maden, casters en/of muggenlarven). En dan direct en met grote regelmaat kleine balletjes leem of voer met aas werpen of cuppen (vissen op de prise) kan erg lonend zijn. Eigenlijk net zoals we bij het feedervissen doen…
36 Half water
In de zomer kruist de vis (en zeker niet de kleinste) vaak op half water rond, zelfs op het kanaal. Regelmatig een plukje maden schieten en af en toe eens gaan ‘tasten’ met een montage met lange lijnopslag. Vis net achter de zinkende maden met een zo licht mogelijke dobbertje, en als ‘ze’ er zijn dan is het feest. Jammer en helaas dat dit op veel visvijvers niet wordt toegelaten.
37 Weg van de plek
Vis ook eens een flink eind achter de voerplek vissen, zowel met de vaste stok als de feeder. Een gekende truc wanneer de vis moeilijk doet, bij pas uitgezette vis, in de winterperiode of naar het einde van de wedstrijd als de vis onrustig wordt op de voerplek. Op dressuurwater herkent de vis die felle afstekende voerplek als voedsel, maar associeert deze ook als zeer gevaarlijk. Ze wachten totdat de voedseldeeltjes en aas even van de voerplek afgedreven zijn.
38 Schrale visserij
Is het op de visdag een hele moeilijke en schrale visserij, blijf dan met je handen uit de voerkom. Het basisvoer is beslist nog niet opgegeten en voer bijgooien heeft dan een averechts effect. Wil je toch iets extra brengen, cup dan een paar balletjes leem met extra veel muggenlarven, maden/casters of wat geknipte wormen.
39 Cuppen of smijten?
Op vijvers waar erg veel gevist wordt reageert de vis vaak positief op het geluid van de inslaande voerballen… Ook op kanalen waar veel met de feeder wordt gevist associeert de vis vaak het geluid van de inslaande voerkorven met voedsel. Bij toppers als Leo Koot heb ik gezien dat ze de voerbal van grotere hoogte uit de cup laten vallen, perfect onder de hengeltop en produceerde hij het ‘komen-eten-geluid’!
| LEES OOK: 6 TIPS VOOR BIJVOEREN
40 Pellets
Pellets als aas, maar ook als voer kunnen dodelijk zijn. Je kunt ze droog voeren, met de katapult/cup bij de vaste hengel visserij. Maar je kunt ze ook voorweken zodat ze lekker zacht worden, ideaal voor de methodvisserij. Ze kleven dan aan elkaar, zodat je er gemakkelijk balletjes van kunt maken. Eenmaal op de bodem brokkelen ze af tot hun oorspronkelijke vorm. Een veel gehanteerde regel is ‘per millimeter een minuut weken’, dus 4 mm is 4 minuten weken. Als je ze net niet onder water zet en je laat ze al het vocht opslurpen, dan zit het meestal ook goed (voor de mensen zonder uurwerk).
41 Minipellets
In een afgewerkte (en gezeefde) voersamenstelling is een flinke dosis minipellets ook nooit verkeerd, zeker niet als het om dikke vis gaat. Niet zelden worden de echte bonusvissen met pellets en graag op een bedje van pellets gevangen, zo kickt barbeel op een bedje van pellets en gekookte hennep.
42 Kleuren
De meeste voersamenstellingen gaan van geel tot lichtbruin. Donker tot zwart voer doet het echt niet alleen goed in de winter en in helder water. Rood is dan weer een aanrader bij troebel water en groen is toch wel de laatste modekleur. Je kunt je eigen mix prima zwart maken met poeder dat in de bouw wordt gebruikt om cement zwart te kleuren. Is geur- en smaakloos, werkt prima, is niet schadelijk en kost bovendien een habbekrats.
43 Gesloten korf
Ga je met de feeder op vrij diep en stromend water (is ook niet verkeerd op ondiep water) aan de gang, gebruik dan gesloten voerkorven in plastic of plak je gaaskorf dicht met waterbestendige tape. Je kunt zo beter levende maden brengen of een prakje van fijngeknipte wormen (dodelijk voor dikke brasem). Met de kracht waarmee je het aandrukt beslis je zelf of het snel of traag uit de voerkorf komt. Op die manier is een gesloten korf ook best bruikbaar op ondiep water.
44 Wisselen
Zette de aanbeet zich niet goed door of miste je de aanbeet en zien de wormen er nog gaaf en onbeschadigd uit? Toch maar wisselen voor een paar verse kruipers. Geweigerd of verdacht bevonden aas wordt alleen op die hele gekke dagen alsnog direct door de vis gepakt…
45 Afwijkend
Vooral op dressuurwater kan een afwijkende aasaanbieding vaak een aanbeet uitlokken. Een combinatie van maden en een stukje felrode ‘honey worm’ of met die onovertroffen imitatie muggenlarven (Berkley) ziet er niet alleen anders uit. Door het drijfvermogen (honey worm) gedraagt het zich ook anders. Als de stroming doorzet of veranderd gaat je aas plots luchtiger, zwevend over de bodem en dat is soms net genoeg om een forse aanbeet uit te lokken.
46 Zwevende maden
Zwevende maden moet je natuurlijk ook altijd achter de hand hebben. Voor de aanvang een handvol kruipers apart in een madendoos zetten, een bodempje water erbij zodat ze nog net het kopje bovenhouden en lucht kunnen opzuigen. Dit maakt ze zwevend/drijvend en anders dan de rest. Gevist aan een wat langere onderlijn zorgt dat weer voor een heel aantrekkelijke hap. Wel een aangepaste deksel op je madendoos zetten, want het zijn nu eenmaal meesteruitbrekers.
47 Forellendeeg
Wat dacht je van die potjes felgekleurd deeg bedoeld om forellen het leven zuur te maken, dat deeg heeft ook een hoog drijfvermogen. Prima aas voor de method, maar ook goed te combineren met maden, casters, maïs of wormen. Als je niet gaat ‘hengsten’ blijft het prima op de haak zitten.
48 Wormenschaar
Een wormenschaar hoort natuurlijk bij je feeder- en witvisuitrusting. Een vaste hengel cup is het ideaal recipiënt om je wormen in te knippen. Het mooie bolle bodempje zorgt dat de schaar feilloos haar werk kan doen. Bovendien is zo een cupje wormenprak het dynamiet op je vaste hengel plek!
49 Wie het vaakst werpt…
Wie het meest ‘werkt’ met zijn visserij, bezig zijn noemen ze dat, vangt vaak de meeste vis. Bij het feedervissen kun je stellen: wie het vaakst werpt, en zo steeds wat aas en voer op de visplek brengt, die zal het meeste oogsten. Overvoeren met een dergelijk ‘korfje’, ik dacht het niet. Vergeet trouwens die cowboyverhalen over voerkorven maatje colablik waarmee kilo’s wormen worden weggezet…
50 Vertrouwen
Het beste additief dat er bestaat: Vertrouwen! Vertrouwen in je materiaal, in je mix, in je gekozen afstand en natuurlijk in jezelf. Kortom, vertrouwen in alles wat je aan het doen bent en dan komt het succes vanzelf. En ja… vertrouwen krijg je dan weer door succes…
Tekst & foto’s Richard Van den Broeck
ALTIJD ALS EERST OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE HENGELSPORTNIEUWS EN WINACTIES?
[the_ad id=”25448″]
[irp]
[irp]